This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
communicatie 3
Werkproces B1-K1-W6:
Handelt in onvoorziene- en/of crisissituaties
Slide 1 - Slide
Les 1
Doel:
-jullie weten wat een crisissituatie is
-jullie kennen verschillen tussen crisissituaties
-jullie weten wat een (psycho)trauma is
Slide 2 - Slide
Mindmapje...
Wat komt er in je op bij het woord crisis?
Slide 3 - Slide
Wat is een crisissituatie?
A
Zorgvrager is een acute bedreiging voor zichzelf / omgeving.
B
Een situatie in een kliniek waar discussie is met de baas
C
De zorgverlener maakt veel fouten tijdens de behandelingen
D
Crisis in een kliniek, omdat het bijna failliet gaat.
Slide 4 - Quiz
Heb je al eens crisissituatie meegemaakt?
A
Ja
B
Nee
C
Bijna
D
Misschien
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
Een persoonlijke crisis is een ernstige plotselinge verstoring van het dagelijks leven als gevolg van een emotionele ingrijpende gebeurtenis.
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quiz
Een organisatiecrisis is een verwachte noodsituatie die gevaar oplevert voor medewerkers, cliënten en/of de organisatie
A
ja
B
nee
Slide 8 - Quiz
Bij een verliessituatie ontstaat er een (persoonlijke) crisis doordat er sprake is van ingrijpend verlies
A
ja
B
nee
Slide 9 - Quiz
Kenmerken persoonlijke crisissituatie
Grijpt diep in
Uit evenwicht raken (lichamelijk, psychisch en sociaal)
Evenwicht herstellen lukt niet zoals gebruikelijk (meer tijd, meer en andere inspanning)
Psychische nood --> psychische zorg nodig
Slide 10 - Slide
Wat voor de één een crisissituatie is, is dat niet voor de ander
Slide 11 - Slide
Wat voor de één een crisissituatie is, is een crisissituatie
Slide 12 - Slide
Welke voorbeelden van persoonlijke crisissituaties kun je bedenken?
Slide 13 - Mind map
Organisatiecrisis
Kenmerken:
Meestal onverwachts
Gebeurtenis heeft grote impact op het functioneren van de organisatie
Schade voor de organisatie: voortbestaan kan op het spel staan
Andere kenmerken:
Betrokken voelen grote druk om iets te doen
Onvoldoende of tegenstrijdige informatie voor betrokkenen (onduidelijkheid)
Negatieve berichtgeving in de media
Snel handelen is noodzakelijk
Slide 14 - Slide
Geef een voorbeeld van een organisatiecrisis
Slide 15 - Mind map
Als de crisissituatie voorbij is kun je niets meer doen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quiz
Opdracht
Beantwoord de vraag:
Wat kun je doen als beroepskracht MZ voor een collega na een het meemaken van een (waarschijnlijke) crisissituatie?
Slide 17 - Slide
Van crisis tot trauma
Psychotrauma: de heftige psychische en lichamelijke reactie na een ingrijpende gebeurtenis
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
Kenmerken van Trauma
In het algemeen:
Veelvuldige herbeleving
Vermijdingsreacties
Verhoogde waakzaamheid (schrikken, prikkelbaarheid, niet goed slapen)
toename en verergering van klachten: PTSS
Slide 20 - Slide
Oorzaken van trauma
DraagKRACHT en draagLAST niet in evenwicht
Eigen persoonlijkheid (veerkracht)
Steun van anderen (sociale steun)
Ziekten of stoornissen
Drugs, medicijnen, alcohol (psychose)
Levensgeschiedenis (eerdere trauma's)
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
draaglast is....
A
De hoeveelheid spanning of druk die iemand ervaart
B
de belasting die iemand aankan
C
Een slecht verleden wat iemand met zich mee draagt
D
natuurlijk verdedigingsmechanisme
Slide 23 - Quiz
Doelen behaald?
-jullie weten wat een crisissituatie is
-jullie kennen verschillen tussen crisissituaties
-jullie weten wat een (psycho)trauma is
Slide 24 - Slide
Een kritieke situatie, vaak een keerpunt in iemands leven
Heftige psychische en lichamelijke reactie na een ingrijpende gebeurtenis.
Een plotselinge noodsituatie die gevaar oplevert voor medewerkers, cliënten en/ of de organisatie.
Een ernstige plotselinge verstoring van het dagelijkse leven als gevolg van een emotioneel ingrijpende gebeurtenis.
Persoonlijke crisis
Organisatie crisis
Psychotrauma
Crisis
Slide 25 - Drag question
Volgende keer:
begeleiden bij reacties op een crisis
Slide 26 - Slide
Verdedigingsmechanisme/ afweermechanisme
= een bepaalde tactiek die mensen onbewust gebruiken om zichzelf staande te houden in crisissituaties en angst of andere nare gevoelens op afstand te houden
Slide 27 - Slide
Opdracht
Wat betekenen deze verdedigingsmechanismen: Ontkenning, verdringing, vluchtgedrag, regressie, rationalisatie, projectie, reactievorming, compenseren