Lisa (26 jaar) is verpleegkundige in een woonzorgcentrum. Op een drukke ochtend ziet ze dat een van haar patiënten, een oudere man genaamd meneer De Vries, hulp nodig heeft om uit bed te komen en zich klaar te maken voor de dag. Lisa weet dat het belangrijk is om meneer De Vries op tijd uit bed te helpen, omdat hij anders last kan krijgen van doorligwonden en stijfheid.
Echter, op deze ochtend is Lisa overweldigd door de hoeveelheid werk die nog gedaan moet worden. Ze voelt de druk om snel door te gaan naar de volgende patiënt, die ook hulp nodig heeft. Lisa besluit om meneer De Vries nog even te laten liggen en belooft later terug te komen om hem te helpen.
Later die dag wordt meneer De Vries gevonden met doorligwonden, omdat hij te lang in bed heeft gelegen. Lisa wordt hierop aangesproken door haar leidinggevende.