This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
In dit energiediagram zie je hoe de reactiewarmte voor de reactie tussen koolstofdioxide en waterstof berekend wordt.
Slide 2 - Slide
Welke gegevens uit Binas heb je nodig om de reactiewarmte te berekenen?
Slide 3 - Open question
Vind je het nog lastig om zelf reactiewarmte uit te rekenen? Check dan eerst de filmpjes en kenniskaart op Classroom voor je verder gaat.
Slide 4 - Slide
Diwaterstofsulfide reageert met zuurstof tot water en zwaveldioxide. Alle stoffen zijn gassen. Bereken de reactiewarmte van deze reactie in kJ per mol diwaterstofsulfide.
Slide 5 - Open question
De reactiewarmte van de hydrolyse van zwaveltrioxide tot zwavelzuur bedraagt -101 kJ/mol zwavelzuur. Is het energie-effect van deze reactie endotherm of exotherm?
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Slide
Welke stelling over chemische evenwichten is altijd juist?
A
de concentraties van alle stoffen zijn bij evenwicht gelijk aan elkaar
B
de concentraties van de beginstoffen zijn bij evenwicht lager dan die van de reactieproducten
C
de concentraties van alle stoffen zijn bij evenwicht constant
D
de concentraties van de beginstoffen zijn bij evenwicht lager dan die van de reactieproducten
Slide 8 - Quiz
Wat kun je zeggen over de reactiesnelheden van een chemisch evenwicht?
A
de reactiesnelheden van de reactie naar rechts en de reactie naar links zijn 0
B
de reactiesnelheid van de reactie naar rechts is groter dan de reactiesnelheid van de reactie naar links
C
de reactiesnelheid van de reactie naar rechts is kleiner dan de reactiesnelheid van de reactie naar links
D
de reactiesnelheden van de reactie naar rechts en de reactie naar links zijn gelijk
Slide 9 - Quiz
Kun jij voor dit gasevenwicht:
- de evenwichtsvoorwaarde opstellen?
- uitleggen hoe je de ligging van het evenwicht kunt beïnvloeden om zoveel mogelijk D te maken?
Zo nee, check eerst het filmpje en de kenniskaart op Classroom.
Slide 10 - Slide
Zie nevenstaand gasevenwicht. De reactie naar rechts heeft een reactiewarmte van -80 kJ/mol. We willen een zo groot mogelijke opbrengst aan D. Moeten we de temperatuur verhogen of verlagen?
Slide 11 - Open question
Zie nevenstaand gasevenwicht. De coëfficiënten zijn: a = 2, b = 1, c = 3, d = 1. We willen een zo groot mogelijke opbrengst aan D. Moeten we de druk verhogen of verlagen?
Slide 12 - Open question
Zie nevenstaand gasevenwicht. We willen een zo groot mogelijke opbrengst aan D. Moeten we [A] verhogen of verlagen?
Slide 13 - Open question
Zie nevenstaand gasevenwicht. We willen een zo groot mogelijke opbrengst aan D. Welke invloed op de opbrengst van D heeft het gebruik van een katalysator?