8. Spelling - Koppelteken en weglatingsstreepje

Nederlands
Welkom 2HV
Voorbereiding op de les:
- Lesboek + schrift op tafel

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands
Welkom 2HV
Voorbereiding op de les:
- Lesboek + schrift op tafel

Slide 1 - Slide

Wat is een voorbeeld van een leenwoord uit het Engels?
A
Huis
B
Computer
C
Appel
D
Fietstas

Slide 2 - Quiz

Welke taal leent veel woorden aan het Nederlands?
A
Het Engels
B
Het Duits
C
Het Spaans
D
Het Frans

Slide 3 - Quiz

Wat zijn leenwoorden?
A
Woorden die alleen in het Nederlands voorkomen.
B
Woorden uit andere talen die in het Nederlands worden gebruikt.
C
Woorden die in het Nederlands zijn verzonnen.
D
Woorden die uit het Nederlands zijn geleend door andere talen.

Slide 4 - Quiz

Welk leesteken wordt gebruikt aan het begin en einde van een citaat?
A
Aanhalingstekens
B
Koppelteken
C
Vraagteken
D
Schuine streep

Slide 5 - Quiz

Welk leesteken wordt gebruikt om zinnen te scheiden in een opsomming?
A
Dubbele punt
B
Puntkomma
C
Komma
D
Haakjes

Slide 6 - Quiz

https://apps.noordhoff.nl/se/content/theme/f7e83e5c-5190-4c30-bf85-48d3837e8e82/contentUnit/d3b636eb-e828-43f0-b121-0b5a0da8400e
Uitlegfilmpje!

Slide 7 - Slide

Koppelteken
welk woord moet niet met een koppelteken
A
ex-voetballer
B
ijsco-man
C
tosti-ijzer
D
make-up

Slide 8 - Quiz

Koppelteken of geen koppelteken?
A
Ski-instructeur
B
Skiinstructeur

Slide 9 - Quiz

Koppelteken?
A
drieëndertig
B
drie en dertig
C
drie-en-dertig

Slide 10 - Quiz

Koppelteken of geen koppelteken?
A
Astma-aanval
B
Astmaaanval

Slide 11 - Quiz

Waar is het weglatingsstreepje correct gebruikt?
A
in voor- en tegenspoed
B
bestuurs- en strafrecht
C
in voorspoed en tegen-
D
straf- en bestuursrecht

Slide 12 - Quiz

waar is het weglatingsstreepje correct gebruikt
A
voor- en nadelen
B
voor en na-delen
C
voor en -nadelen
D
voor en nadelen

Slide 13 - Quiz

waar is het weglatingsstreepje correct gebruikt
A
binnen en buitenkant
B
binnen- en buitenkant

Slide 14 - Quiz

Hoe is het weglatingsstreepje goed gebruikt?
A
waak- en zorgzaam
B
waakzaam en zorg-
C
waak en -zorgzaam

Slide 15 - Quiz