Spelling

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs

Wat is juist?

1. De geredde jongen kan weer lachen.
2. De gerede jongen kan weer lachen.
3. De geredden jongen kan weer lachen.

meervoud

Uitzondering 

Monnik heeft een meervoudsvorm die op -en eindigt.

monniken

 Soortgelijke voorbeelden hiervan zijn 

kievit – kieviten, 

dreumes – dreumesen 

perzik - perziken     en      havik – haviken

Wat is de meervoudsvorm
van het woord avocado?

schrijf het antwoord niet met een hoofdletter

Het enkelvoud eindigt op de enkele lange klinker 'o'.

Wat is de meervoudsvorm van het woord machine?

Het enkelvoud eindigt op een klinker.

Welke meervoudsregel hoort erbij?

alinea

1. meervoud op -en
2. meervoud op -s
3. meervoud op -'s
4. geen meervoud

Meervoud van porie

1. poriën
2. porieën
3. pories

Meervoud van BMW

1. BMW-s
2. BMW's
3. BMW-en
4. geen meervoud

Meervoud van het woord: VEE

1. vees
2. het heeft geen meervoud
3. veeën
4. veen

bacterie

1. bacteries
2. bacterie's
3. bacteriën
4. bacterieën

dictee

1. dictees
2. dictee's
3. dicteën
4. dicteeën

knie

1. knies
2. knie's
3. kniën
4. knieën

accu

1. accus
2. accu's
3. accuus
4. accuu's

garage

1. garages
2. garage's
3. garagen
4. garagens

hobby

1. hobbys
2. hobby's
3. hobbies
4. hobbie's

spray

1. sprays
2. spray's
3. sprayen
4. sprayens

niveau

1. niveaus
2. niveau's
3. niveaen
4. niveauën

pyjama

1. pyjamas
2. pyjama's
3. pyjamaas
4. pyjamaa's

fotograaf

1. fotograven
2. fotograafs
3. fotografen
4. fotograffen

Verkleinwoorden

Een zelfstandig naamwoord kun je verkleinen.

                         

                                                 Wat is een zelfstandig naamwoord?

- een mens

- een dier   

- een ding 

Wat is GEEN zelfstandig naamwoord?

1. chirurg
2. brief
3. verliezen
4. koerier

Regels verkleinwoorden

Zelfstandig naamwoord    +

-je

-tje

-etje

Maaaaaaaaaaaaar... de klank moet hetzelfde blijven dus soms:

Agenda -  agendaatje (wordt de letter langer a -aa)

Pop - poppetje (herhaling van een letter p - pp)

Verkleinwoorden regels:

na de letter M -> pje

Boom - boompje

de letter NG -> NK

Beloning - beloninkje

de letter É -> eetje

Café - cafeetje

de letter Y -> 'tje

Baby - baby'tje

Tjaaaaaa, toch nog 1 regel ...

Na een afkorting -> 'je of 'tje

Dus...

sms - sms'je

dvd - dvd'tje

Verklein het woord euro

Wat is het verkleinwoord van het raam?

Bedenk zelf nog 3 verkleinwoorden. Schrijf het gewone ZN op. Zet het verkleinwoord erachter.

Welke samenstellingen zijn goed?

1. Groentenwinkel, berensterk
2. Groentewinkel, beresterk
3. Groentenwinkel, beresterk
4. Groentewinkel, berensterk

Zo bepaal je of je een-(e)n moet toevoegen

Als het eerste deel van een samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat alleen een meervoud op -en heeft, dan schrijf je -en > boekenbal, hondenriem.

Schrijf geen -(e)n- (maar soms wel -e)

- Het eerste deel heeft geen meervoud> gerstebier.

- Het eerste deel verwijst naar iets waar er maar één van is > maneschijn, Koninginnedag.

- Het eerste deel heeft (ook) een meervoud op -s: (postcode, postcodes) > postcodeboek, groentewinkel.

- Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord> rijkelui, brekebeen.

- Het eerste deel versterkt een bijvoeglijk naamwoord> beresterk, reuzeleuk.

Welke samenstelling is goed?

1. Spellingschecker, publieksjury, staatsecretaris
2. Spellingchecker, publieksjury, staatsecretaris
3. Spellingchecker, publieksjury, staatssecretaris
4. Spellingschecker, publiekjury, staatssecretaris

Wanneer moet je -s toevoegen?

- Als je in een samenstelling een -s hoort, dan schrijf je die ook > regeringsbesluit, overgangsregeling.

- Soms begint het tweede deel vd samenstelling met een -s klank. Vervang dan het tweede deel door een ander woord dat niet met een -s klank begint. Schrijf de -s klank alleen als je hem bij de veranderig hoort > 

oorlogsschip, want je zegt oorlogsbuit. 

Hoofdstraat, want je zegt hoofddoek. 

Spelling van de werkwoorden

werkwoordspelling

1. hij bediend
2. hij bedient

werkwoordspelling

1. Het hout is opgebrandt.
2. Het hout is opgebrand.

Weet je wel wat het beteken.... als je werkwoordspelling echt beheerst?

1. betekend
2. betekent
3. betekende
4. betekente

Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.

1. gebeurd
2. gebeurt
3. gebeurdt

Vin.. jij werkwoordspelling moeilijk om te leren?

1. Vindt
2. Vind
3. Vint
4. Vintd

Vervoeg in de tegenwoordige tijd.

1. gebruikt
2. gebruikd
3. gebruikte
4. gebruiken

Vervoeg in de tegenwoordige tijd.

1. vind
2. vint
3. vindt
4. vond

Maak af:

Je ziet hier ...

1. sterke werkwoorden
2. zwakke werkwoorden
3. werkwoordvervoeging tegenwoordige tijd
4. werkwoorden die van klank veranderen

Welke woorden schrijf je met een hoofdletter?

1. in het oosten van Afrika
2. in het Oosten van Afrika
3. in het Oosten van afrika
4. geen enkel woord

Welke lidwoorden zijn er?

1. maar, of, en
2. de, het, een
3. een, twee, drie
4. begin, midden, eind

Wat is een voorbeeld

van een zelfstandig naamwoord? 

1. directeur
2. verlegen
3. gedurende
4. gegooid

Over welk woord zegt een bijvoeglijk naamwoord iets?

1. over een lidwoord
2. over een werkwoord
3. over een voorzetsel
4. over een zelfstandig naamwoord

Maak af:
Het voorbeeld gaat over het schrijven van ...

1. ... sterke werkwoorden.
2. stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden.
3. ... dubbele medeklinkers.
4. ... korte zinnen.

Waarom schrijf je wollen met een dubbele L?

1. Omdat hier de letter O een lange klinker is.
2. Omdat hier de letter O een medeklinker is.
3. Omdat hier de letter O een korte klinker is.
4. Omdat de letter O hier een klinker is.

Welk voorzetsel past in de zin?

1. van
2. om
3. door
4. via

Wie heeft er nog een vraag over spelling???