What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Introductie vak Nederlands
Introductie Nederlands
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 1
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Introductie Nederlands
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
voorstelrondje
Introductie Nederlands
Quiz Nederlands
Slide 2 - Slide
Wie ben ik?
Els Schook
39 jaar
woon in Delden
docent Ne en bi
samen met Bjorn
moeder van Pim, Cas en Isa
Slide 3 - Slide
En wie ben jij?
> je naam
> je woonplaats
> je leeftijd
> je lievelingsboek OF game OF film OF serie
Slide 4 - Slide
Nederlands
4 uur in de week
start met lezen
huiswerk in SOM
4 toetsen per periode
soms lessen online, soms in boek
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Waar denk je aan bij
het vak Nederlands?
Slide 7 - Mind map
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Hoe heet deze schrijfster?
A
Thea Beckman
B
Annie M.G. Schmidt
C
Carry Slee
D
Mel Wallis de Vries
Slide 10 - Quiz
In welk land wordt geen Nederlands gesproken?
A
Aruba
B
België
C
Suriname
D
Luxemburg
Slide 11 - Quiz
Hoe heet de hoofdpersoon in het boek Het leven van een loser?
A
Bram Bootmans
B
Bram Botermans
C
Bram Boot
D
Bram Boterham
Slide 12 - Quiz
Hoeveel letters heeft het alfabet?
Slide 13 - Open question
De woorden -de-, -het- en -een- zijn...
A
Lidwoorden
B
Werkwoorden
C
Voorzetsels
D
Zelfstandige naamwoorden
Slide 14 - Quiz
Wat is de naam van het boek dat je gaat gebruiken voor het vak Nederlands?
A
Nederland, o Nederland
B
Een nieuw begin
C
Op niveau
D
Nieuw Nederlands
Slide 15 - Quiz
Hoe heet deze schrijver?
A
Jan Terlouw
B
Paul van Loon
C
Jacques Vriens
D
Arend van Dam
Slide 16 - Quiz
Uit welk liedje komt de zin: Oh, oh, oh, oh, oh, yeah, oh, oh, oh.
A
Hoe
B
Hoogste versnelling
C
Beauty & de brains
D
Sexy als ik dans
Slide 17 - Quiz
Wat is de afkorting van jullie docent Nederlands?
A
SCHY
B
SCHI
C
SCHE
D
ESCH
Slide 18 - Quiz
Wat is -fiets- voor een woord?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord
C
Werkwoord
D
Voorzetsel
Slide 19 - Quiz
In welke zin staat een bijvoeglijk naamwoord?
A
Ik fietste gisteren naar huis.
B
Mijn moeder en ik gaan boodschappen doen.
C
Ik wil later een rode auto.
D
Ik zit in de brugklas!
Slide 20 - Quiz
Wat is je doel dit jaar voor het vak Nederlands?
Slide 21 - Open question
Heb je nog vragen aan mij of over het vak Nederlands?
Slide 22 - Open question
Slide 23 - Slide
More lessons like this
Introductie vak Nederlands
August 2021
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 1
Introductie vak Nederlands 2022 (lj1)
September 2022
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 1
Introductie LJ2 Nederlands 2022
September 2024
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 1
Introductie vak Nederlands 2022
September 2022
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 1
Introductie vak Nederlands
September 2024
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 1
Start klas 2 Nederlands
September 2023
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 1,2
Start klas 2 Nederlands
August 2022
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 1,2
Start klas 1 Nederlands
August 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 1,2