What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Start klas 2 Nederlands
Nederlands in klas 2
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 1,2
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nederlands in klas 2
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
Introductie Nederlands
Quiz Nederlands
Slide 2 - Slide
Wie ben jij?
> je naam
> je leeftijd
> je lievelingsboek OF game OF film OF serie
Slide 3 - Slide
Wie ben jij?
noem je naam, leeftijd,
favoriet tv programma/boek of game
Slide 4 - Mind map
Nederlands
3 uur in de week
iPad/Schrift
Boek
Leesboek in de tas
(huis)werk staat altijd in SOM
let op: TEAMS
Slide 5 - Slide
Wat heb je nodig bij het vak
Nederlands?
Slide 6 - Mind map
Waar wil je graag gaan
doen/leren bij Nederlands?
Slide 7 - Mind map
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Hoe heet deze schrijfster?
A
Thea Beckman
B
Annie M.G. Schmidt
C
Carry Slee
D
Mel Wallis de Vries
Slide 10 - Quiz
In welk land wordt geen Nederlands gesproken?
A
Aruba
B
België
C
Suriname
D
Luxemburg
Slide 11 - Quiz
Hoe heet de hoofdpersoon in het boek Het leven van een loser?
A
Bram Bootmans
B
Bram Botermans
C
Bram Boot
D
Bram Boterham
Slide 12 - Quiz
Hoeveel letters heeft het alfabet?
Slide 13 - Open question
De woorden -de-, -het- en -een- zijn...
A
Lidwoorden
B
Werkwoorden
C
Voorzetsels
D
Zelfstandige naamwoorden
Slide 14 - Quiz
Wat is de naam van het boek wat je gaat gebruiken voor het vak Nederlands?
A
Nederland, o Nederland
B
Een nieuw begin
C
Talent
D
Numo
Slide 15 - Quiz
Hoe heet deze schrijver?
A
Jan Terlouw
B
Paul van Loon
C
Jacques Vriens
D
Arend van Dam
Slide 16 - Quiz
Uit welk liedje komt de zin: Oh, oh, oh, oh, oh, yeah, oh, oh, oh.
A
Hoe
B
Hoogste versnelling
C
Beauty & de brains
D
Sexy als ik dans
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Video
Wat is de afkorting van jullie docent Engels?
A
beal
B
howi
C
wism
D
wiho
Slide 19 - Quiz
Wat is -fiets- voor een woord?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord
C
Werkwoord
D
Voorzetsel
Slide 20 - Quiz
In welke zin staat een bijvoeglijk naamwoord?
A
Ik fietste gisteren naar huis.
B
Mijn moeder en ik gaan boodschappen doen.
C
Ik wil later een rode auto.
D
Ik zit in de brugklas!
Slide 21 - Quiz
Wat vind je moeilijk bij het vak Nederlands?
Slide 22 - Open question
Wat heb je dus de volgende les allemaal nodig?
Slide 23 - Open question
Slide 24 - Slide
More lessons like this
Start klas 1 Nederlands
August 2021
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 1,2
Start klas 1 Nederlands
August 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 1,2
Start klas 2 Nederlands
August 2022
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 1,2
Introductie vak Nederlands
August 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 1
Introductie vak Nederlands 2022 (lj1)
September 2022
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 1
Lesindeling NE
August 2020
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 1
Introductie vak Nederlands 2022
September 2022
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 1
Start klas 1 Nederlands
September 2023
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 1,2