Lowan herhaling dag 1, start dag 2

De school
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 4

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

De school

Slide 1 - Slide

Herhalen
woorden dag 1

Wat weet je nog?

Slide 2 - Slide

het potlood
de map
de leerling
de meester
het papier
de liniaal
het gum
het boek
de juf
de pen

Slide 3 - Drag question


A
het potlood
B
de pen
C
het kleurpotlood
D
de map

Slide 4 - Quiz


A
de groep
B
de leerling
C
de juf
D
de meester

Slide 5 - Quiz


A
de pen
B
de schaar
C
het potlood
D
de gum

Slide 6 - Quiz


A
de liniaal
B
de meester
C
het boek
D
de map

Slide 7 - Quiz


A
de liniaal
B
het boek
C
het papier
D
het potlood

Slide 8 - Quiz


A
de pen
B
het papier
C
het boek
D
het kleurpotlood

Slide 9 - Quiz


A
de pen
B
het potlood
C
de gum
D
de schaat

Slide 10 - Quiz


A
het boek
B
het papier
C
de liniaal
D
het potlood

Slide 11 - Quiz


A
de juf
B
de meester
C
de leerling
D
de map

Slide 12 - Quiz


A
het boek
B
de liniaal
C
de schaar
D
de pen

Slide 13 - Quiz


A
de juf
B
de leerling
C
de meester
D
het papier

Slide 14 - Quiz


A
de leerling
B
de meester
C
de juf
D
het potlood

Slide 15 - Quiz


A
het potlood
B
de liniaal
C
de pen
D
het gum

Slide 16 - Quiz

personen
enkelvoud = 1 
ik        jij      hij     zij

Slide 17 - Slide

personen
meervoud = 2  of meer
wij       jullie      zij

Slide 18 - Slide

Werkwoorden
laatste bladzij 
werkbladen dag 1

Slide 19 - Slide

pakken
1 mens 
ik pak
jij pakt
hij / zij pakt
2 of meer mensen 
wij pakken
jullie pakken
zij pakken

Slide 20 - Slide

wijzen
1 mens
ik wijs
jij wijst
hij / zij wijst
2 of meer mensen
wij wijzen
jullie wijzen
zij wijzen

Slide 21 - Slide

leren
1 mens
ik leer
jij leert
hij / zij leert
2 of meer mensen
wij leren
jullie leren
zij leren

Slide 22 - Slide

zitten
1 mens
ik zit
jij zit
hij / zij zit
2 of meer mensen
wij zitten
jullie zitten
zij zitten

Slide 23 - Slide

Schrijven
1 mens
ik schrijf
jij schrijft
hij / zij schrijft
2 of meer mensen
wij schrijven
jullie schrijven
zij schrijven

Slide 24 - Slide

lezen
1 mens
ik lees
jij leest
hij / zij leest
2 of meer mensen
wij lezen
jullie lezen
zij lezen

Slide 25 - Slide

nieuwe woorden
pak je schrift 
schrijf de woorden op
schrijf het woord ook op in je eigen taal

Slide 26 - Slide

het schoolplein

Slide 27 - Slide

de deur

Slide 28 - Slide

het lokaal

Slide 29 - Slide

het plafond

Slide 30 - Slide

de lamp

Slide 31 - Slide

de muur

Slide 32 - Slide

de tafel

Slide 33 - Slide

de stoel

Slide 34 - Slide

de vloer

Slide 35 - Slide

het raam

Slide 36 - Slide

de sportzaal

Slide 37 - Slide

de kast

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide