Week 3 botbreuken, mitella

Week 3 botbreuken,mitella
1 / 48
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Week 3 botbreuken,mitella

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Deze les
9.30 uur korte terugblik vorige les
9.40 uur theorie fracturen
10.00 uur; theorie brede das
10.10 uur; oefenen brede das in duo's
10.25 uur; afsluiting en volgende week


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

vorige les

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

lesdoelen
  • Je verleent eerste hulp bij fracturen om verdere schade te voorkomen/beperken
  • Je legt een mittella aan volgens verschillende methodes

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Skelet
Uit hoeveel botten bestaat het skelet?
A
106
B
206
C
176
D
236

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Functies skelet

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Bescherming is een functie van een skelet. Welk orgaan krijgt bescherming van het skelet?
A
Nieren
B
Darmen
C
Longen
D
Lever

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Het grootste bot is
A
Ribben
B
Opperarmbeen
C
Dijbeen
D
Borstbeen

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions


Wat wordt aangegeven bij 2?
1
2
3
A
Wervelkolom
B
Borstbeen
C
Ribben
D
Sleutelbeen

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions


Hoe noemen we nummers 1 en 2?
1
2
A
1 = schouderblad 2 = ribben
B
1 = sleutelbeen 2 = schouderblad
C
1 = schouderblad 2 = sleutelbeen
D
1 = ribben 2 = sleutelbeen

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

scharniergewricht

Slide 14 - Slide

Scharniergewrichten, zoals de elleboog en je vinger, kunnen slechts in één richting bewegen.
rolgewricht/elleboog.

Slide 15 - Slide

De rolgewircht:  zoals de gewrichten in de onderarm, die meerdere kanten op kunnen bewegen.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

kogelgewricht

Slide 18 - Slide

De kogelgewricht:  zoals de schouder en heup, kunnen in (bijna) alle richtingen bewegen.


Bij welk gewricht is er de meeste beweging mogelijk?
A
Kogelgewricht
B
Rolgewricht
C
Scharniergewricht
D
Draaigewricht

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Welk gewricht bevindt zich in de knie
A
Eigewricht
B
Kogelgewricht
C
Scharniergewricht
D
Rolgewricht

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Botbreuk (fractuur)

We spreken van een fractuur wanneer een bot gebroken is. 
Dit kan uiteenlopen van een scheurtje in het bot tot een volledige verbrijzeling ervan. 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Welke behandeling?
Afhankelijk van een aantal factoren te weten:
Welk bot is gebroken? 
Wat voor soort breuk is het? 
Is het gewricht erbij betrokken? 
Hoe is de toestand van de weefsels in de directe omge­ving? Hoe is de algehele toestand van de patiënt?

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Welke methode?
  1. Gipsbehandeling. 
  2. Een operatieve behandeling. 
  3. Er is geen behandeling nodig/ mogelijk (=conservatief)

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Wanneer gipsbehandeling?

Slide 26 - Mind map

This item has no instructions

Gipsbehandeling
Vooral voor breuken waarbij de botstukken niet of slechts weinig van hun plaats zijn gegaan en bij kinderen.
Risico's:
behalve het gebroken botstuk worden veelal ook aangrenzende gewrichten ingegipst. --> verslapping van de spieren, verstijving van de gewrichten en ontkalking van de botten.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Wanneer operatie?

Slide 28 - Mind map

This item has no instructions

Operatie
  • om de nadelen van de gipsbehande­ling te voorkomen. 
  • Het gevolg is dat de spieren stevig blijven, de gewrichten soepel en dat het bot niet ontkalkt.
  • Bijv. heup (=collum), bovenbeen (=femur), wervel (=vertrebra) , scheenbeen (=tibia)

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Bovenarm (= humerus)
heup (=collum)

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Externe fixatuur

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Wanneer geen behandeling?

Slide 32 - Mind map

This item has no instructions

Geen behandeling (conservatief)
  • ribben (=costae)
  • sleutelbeen (=clavicula)
  • stabiele wervelfractuur (vertebra)
  • bovenarm (=humerus)
  • bekken / schaambeen (= os pubis)(behalve bij instabiele fracturen)
  •  slechte conditie patiënt waardoor geen operatie mogelijk
  • welke functie heeft iemand nog nodig ?

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Je treft een zorgvrager op de grond aan na een val.
Welke botten kunnen gebroken zijn?

Slide 34 - Mind map

This item has no instructions

Mogelijke breuken na val
  • pols
  • onder- of bovenarm
  • schouder
  • wervel
  • heup 
  • bekken
  • schedel

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Waar let je op na een val?
  • is de zorgvrager bij bewustzijn?
  • (onnatuurlijke) houding van het lichaam 
  • waar heeft u pijn?
  • kunt dit lichaamsdeel bewegen?
  • vitale functies meten (waarom gevallen?)
  • arts inlichten

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Typisch kenmerk heupfractuur: voet naar buiten gedraaid en beenlengte verschil

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Bekkenfractuur

  • Teken van zeer ernstige trauma
  •  Grote bloedvaten in bekkenring beschadigd raken > groot risico ernstige bloeding
  • Beschadiging of scheuren urinebuis (vnm mannen)

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Aandachtspunten zorg
  • Botinfectie> Let op ontstekingsreacties; o.a. koorts, koude rilling of een rood gelaat. Ontstekingswaarden afnemen
  • Fysiotherapie bij rust ivm vermindering spierkracht en stijfheid
  • z.n. ondersteunen ADL
  • CAVE compartimentsyndroom: vermindering cappilaire circulatie / pijn/ zwelling (gips controle)
  • Pijn
  • Decubitus

Slide 39 - Slide

Doorbloeding en functies van de weefsels (spieren weefsels) binnen een beperkte ruimte bedreigd door verhoogde druk

ernstige drukverhoging lijdt tot oedeem wat zorgt voor verminderde veneuze en lymfatische afvoer / blokkade wat de druk nog verder verhoogd >
Wat is het risico van een ribfractuur? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Hematothorax= klaplong (bloed)
B
Pneumonie= longontsteking
C
Hartritmestoornis
D
Ineffectieve ademhaling

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Brede das
Wat is dat ?

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Video

This item has no instructions

Slide 43 - Video

This item has no instructions

Slide 44 - Video

This item has no instructions

Oefenen in duo's
Oefen bij elkaar het aanleggen van de brede das !

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Vragen ??

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Thieme online

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Volgende week
vergiftiging, verslikking/verstikking,

Slide 48 - Slide

This item has no instructions