2.2 Instructieve teksten

Schrijven 2.2 Instructieve teksten
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Schrijven 2.2 Instructieve teksten

Slide 1 - Slide

Als je de tweede zin in deze instructie letterlijk neemt, gaat er waarschijnlijk iets mis. Bedenk een zin die je in plaats van deze zin kunt gebruiken in een instructie.

Slide 2 - Open question

Noem voorbeelden van
een instructie:

Slide 3 - Mind map

Doel van deze les: 

Je weet hoe je een instructie moet schrijven.

Slide 4 - Slide

Instructie

Hier leg je uit hoe je iets moet doen of hoe iets werkt. 



Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Voor wie? 

Voor mensen die vaak geen idee 
hebben hoe het moet! 

Hou dit bij elke stap in je hoofd!! 

Slide 8 - Slide

Wat is het verschil tussen zin 1 en 2?
  1. Het toetsenbord moet via bluetooth worden aangesloten op de tablet.
  2. Sluit het toetsenbord op de tablet aan via bluetooth.


               Door actieve zinnen te gebruiken, worden je instructies                   duidelijker, beknopter en directer.

Slide 9 - Slide

Nu jij:
U wordt gevraagd geen loshangende kleding, handschoenen, sieraden en geen losse haren te dragen tijdens het sport toernooi.

Slide 10 - Open question