This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
De uitleg in deze Lessonup hoort bij:
Schrijven
2.2 instructieve teksten
Slide 1 - Slide
Wat leer je vandaag?
Je leert welke instructieve teksten er zijn;
Je leert hoe je op een duidelijke manier een instructie schrijft.
Slide 2 - Slide
Waar denk je aan bij een instructieve tekst?
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Slide
Zelf een instructie schrijven
Slide 5 - Slide
Zelf een instructie schrijven
Slide 6 - Slide
De noodzaak van een duidelijke instructie!
Slide 7 - Slide
Als je de tweede zin in deze instructie letterlijk neemt, gaat er waarschijnlijk iets mis. Bedenk een zin die je in plaats van deze zin kunt gebruiken in een instructie.
Slide 8 - Open question
Het toetsenbord moet via bluetooth worden aangesloten op de tablet.
Sluit het toetsenbord op de tablet aan via bluetooth.
Door actieve zinnen te gebruiken, worden je instructies duidelijker, beknopter en directer.
Welke instructiezin is beter?
Slide 9 - Slide
Maak met actieve zinnen een instructie:
U wordt gevraagd geen loshangende kleding, handschoenen, sieraden en geen losse haren te dragen bij het gebruiken van de kolomboor.
Slide 10 - Open question
Check voor jezelf:
Je weet nu welke instructieve teksten er zijn;
Je weet nu hoe je op een duidelijke manier een instructie schrijft.