1.3 Natuurlijke bevolkingsgroei

Vul de juiste getallen en het juiste woord in.
Land X heeft 1,5 miljoen inwoners en de oppervlakte is 60.000 km2.
De bevolkingsdichtheid van land X is …(1)… inwoners per km2.

1 / 22
next
Slide 1: Open question
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vul de juiste getallen en het juiste woord in.
Land X heeft 1,5 miljoen inwoners en de oppervlakte is 60.000 km2.
De bevolkingsdichtheid van land X is …(1)… inwoners per km2.

Slide 1 - Open question

Vul de juiste getallen en het juiste woord in.
Land Y heeft 11 miljoen inwoners en een oppervlakte van 55.000 km2.
De bevolkingsdichtheid van land Y is …(2)… inwoners per km2.


Slide 2 - Open question

Is de bevolkingsspreiding in Nederland regelmatig of onregelmatig? Leg je antwoord uit.

Slide 3 - Open question

Welke drie kenmerken horen bij dichtbevolkte gebieden?
(Schrijf de letters op)
A aanwezigheid van grondstoffen B dicht bij zee of rivieren
C onvruchtbare bodem D weinig hoogteverschillen
E zeer koud klimaat

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Wat zie je?

Slide 6 - Open question

Waar is deze foto genomen?

Slide 7 - Open question

Wat zou je nog meer kunnen zeggen over de foto?

Slide 8 - Open question

1.3 Natuurlijke bevolkingsgroei
Leerdoelen:
  • Je weet welke invloed geboorte en sterfte hebben op de bevolkingsgroei.
  • Je weet waardoor geboorte en sterfte in arme landen en in rijke landen veranderen.

Slide 9 - Slide

Natuurlijke bevolkingsgroei
De verandering van het aantal inwoners in een gebied door geboorte en sterfte.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Natuurlijke bevolkingsgroei

Geboortecijfer


Sterftecijfer
Geboortecijfer is het aantal levendgeborenen per 1000 mensen per jaar.
Sterfte cijfer is het aantal sterfgevallen per 1000 mensen per jaar.

Slide 12 - Slide

Bevolkingsmodel

Slide 13 - Slide

Demografisch transitiemodel

Fase 1
- Hoog sterfte cijfer
- Vaak arme landen
      - Te kort aan goed voedsel en schoon drinkwater
      -  Gebrek aan hygiëne, artsen en ziekenhuizen
- Het geboortecijfer is hoog 
               (toekomst zeker stellen door ouders)

Slide 14 - Slide

Demografisch transitiemodel

Fase 2
- Economische ontwikkeling = 
                         betere leefomstandigheden
- Meer en beter voedsel
- Voldoende en schoon drinkwater
- Meer medische zorg
- Levensverwachting stijgt ->
  Geboortecijfer is hoog, sterftecijfer daalt

Slide 15 - Slide

Demografisch transitiemodel

Fase 3
- Welvaart stijgt verder
          - Geboortecijfer daalt
- Mensen worden beter opgeleid
          - Meisjes gaan langer naar school
             en krijgen op later leeftijd kinderen
- Het is niet meer noodzakelijk om veel 
   kinderen te hebben. 

Slide 16 - Slide

Demografisch transitiemodel

Fase 4
- Geboorte en sterftecijfer zijn beide laat
- De bevolking groeit niet meer
- Rijke landen
          - Goede gezondheidzorg
          - Voldoende goede voeding
          - Goede opleiding
          - Vrouwen kiezen laat voor kinderen
             en vaak minder dan voorheen

Slide 17 - Slide

Demografisch transitiemodel

?

Slide 18 - Slide

Geboorteoverschot in arme landen
Meer mensen worden geboren dan dat er sterven.

- Kindersterfte is hoog -> nog meer zwangerschappen
- Gebrek aan voorbehoedsmiddelen of mensen gebruiken ze niet. 
- kinderen zijn oude-dag-voorziening
- Veel kinderen geeft aanzien.
- Godsdienst die kinderen krijgen aanmoedigt.

Slide 19 - Slide

Sterfteoverschot in rijke landen
Er sterven meer mensen dan dat er geboren worden.

- Vergrijzing (aantal ouderen neemt toe)
- Het sterftecijfer neemt toe

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Huiswerk voor de volgende les:
Lezen en Maken: 1.3 Natuurlijke bevolkingsgroei
- Eerst lezen
- Invullen werkblad
-Afmaken opdracht par 1.3

Tip: Als je de paragraaf doorleest, markeer dan meteen de belangrijkste informatie

Slide 22 - Slide