Hoofdstuk 2 Brugklas Les 6

https://mijnles.nu/invullen
1 / 33
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

https://mijnles.nu/invullen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Bienvenue
Assieds-toi
(ga zitten)

Prends tes affaires
(pak je spullen)

Ton iPad est éteint
(je iPad is uit)


Slide 3 - Slide

maak een zin van onderstaande Franse woorden:
chercher - elle - la boulangerie

Slide 4 - Open question

maak een zin van onderstaande Franse woorden:
le fromage - nous - aimer

Slide 5 - Open question

Aujourd'hui
  - overhoren hw(E en F)
  - uitleg gram. H 
  - maken opdrachten Bron H 
  - Slim Stampen H
                
               LESDOEL
Aan het einde van deze les kan in het Frans zinnen ontkennend maken.

Slide 6 - Slide

1h/v
VERTAAL: de afspraak

Slide 7 - Open question

1h/v
VERTAAL: kijken naar

Slide 8 - Open question

1h/v
VERTAAL: de winkel

Slide 9 - Open question

1h/v
VERTAAL: de vriendin

Slide 10 - Open question

1h/v
VERTAAL: vaak

Slide 11 - Open question

1h/v
VERTAAL: Ik heb honger.

Slide 12 - Open question

1h/v
VERTAAL: Ik wil graag twee croissantjes.

Slide 13 - Open question

1h/v
VERTAAL: Ik begrijp het niet.

Slide 14 - Open question

Bron H: De ontkenning 

Slide 15 - Slide

wat is een ontkenning?

Slide 16 - Mind map

1. Uit hoeveel woorden bestaat de ontkenning in het    Frans?                                                                                  
2. Op welke plek in de zin staat de ontkenning?                          

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

La négation - De ontkenning
Hoe maak ik een Franse zin ontkennend?​

De ontkenning in het Frans bestaat uit twee delen: ne + pas. 

Om zinnen ontkennend te maken, zet je het eerste deel 
van de ontkenning (ne) vóór de persoonsvorm en het 
tweede deel (pas) direct achter de persoonsvorm.

Ik ga nient naar huis. – Je ne vais pas à la maison.

Slide 19 - Slide

La négation - De ontkenning
Attention!
Als de persoonsvorm begint met een klinker of een stomme h dan verandert ne in n’.​

Zij houdt niet van friet – Elle n’aime pas les frites. 


Slide 20 - Slide

Le hamburger 

Slide 21 - Slide

Stappenplan       
1: Bepaal wat de persoonsvorm in de zin is.

2: Plaats ne of n' voor de persoonsvorm.

3: Plaats pas achter de persoonsvorm.

Slide 22 - Slide

Uit welke woorden bestaat de ontkenning
A
alleen pas
B
alleen ne
C
ne/n' pas
D
no pas

Slide 23 - Quiz

Wat is de plaats van de ontkenning
A
voor het onderwerp
B
voor het werkwoord
C
om de persoonsvorm (= 1e ww in de zin)
D
achter het werkwoord

Slide 24 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?
Il a 13 ans.

Slide 25 - Mind map


Maak de zin ontkennend:
Il a 13 ans.

Slide 26 - Open question

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?
Charlotte travaille au restaurant.

Slide 27 - Mind map


Maak de zin ontkennend:
Charlotte travaille au restaurant. 

Slide 28 - Open question

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?
Nous parlons anglais

Slide 29 - Mind map


Maak de zin ontkennend:
Nous parlons anglais.

Slide 30 - Open question

Bron H
Overnemen schema H blz. 95
Maken opdrachten H hoofdstuk 2 (31 t/m 35)
    Klaar met maakwerk: Slim Stampen H

Les Devoirs( het huiswerk):      
                        - maken opdrachten 7 t/m 12  hoofdstuk 4
- leren A t/m H hs 2                     


            

Slide 31 - Slide

Afsluiting:

Ik heb deze les iets nieuws geleerd
A
Ja
B
Nee

Slide 32 - Quiz

In hoeverre heb jij het idee dat je deze leerstof hebt begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll