Psychiatrie

Doelgroepen psychiatrie
Verslaafden: kennismaking, wettelijke regels en communicatie.
1 / 26
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Doelgroepen psychiatrie
Verslaafden: kennismaking, wettelijke regels en communicatie.

Slide 1 - Slide

Waar denk jij aan bij verslaafden?
Zoek een kaart uit en maak er een foto van.

Slide 2 - Open question

Leg in je eigen woorden uit wat een verslaving is.

Slide 3 - Open question

Je kunt verslaafd zijn aan roesverwekkers, een voorbeeld daarvan is alcohol.
Tekst
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Een voorbeeld van een stimulerend middel zijn pijnstillers.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Fout: pijnstillers zijn een kalmerend middel, een voorbeeld van een stimulerend middel is cocaïne of XT

Slide 6 - Slide

Als iemand verslaafd is doorloopt hij 4 fasen. Welke fasen zijn dat?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Als iemand in een verslavingsfase zit beheerst het gebruik van het middel zijn hele leven en heeft het psychische, sociale en lichamelijke gevolgen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Iemand met een verslaving heeft geen moeite met het onderhouden van contacten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Niet waar
Een verslaafde is een groot deel van zijn tijd bezig met zijn verslaving. De tijd gaat op aan het gebruik of de gewoonte, aan activiteiten om aan die middelen te komen of aan herstel van de effecten. Tijd voor sociale contacten en vrijetijdsbesteding is er niet.

Slide 11 - Slide

Persoonlijke kwetsbaarheid is de belangrijkste oorzaak van een verslaving. Wat verstaan we onder persoonlijke kwetsbaarheid?

Slide 12 - Open question

Langdurig gebruik van middelen leidt tot structurele veranderingen in de hersenen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Waar
Langdurig gebruik van middelen leidt tot structurele veranderingen in de hersenen. Denk bijvoorbeeld aan Korsakov: blijvende geheugenstoornis. De patiënt kan niets nieuws meer leren en zijn begrip van tijd raakt vaak verstoord.

Slide 14 - Slide

Theorie: verslavingszorg
  • Het nederlandse alcohol- en drugsbeleid is erop gericht de risico's van gebruik van middelen te beperken voor de gebruiker zelf, zijn omgeving en de maatschappij als geheel. 
  • Verslavingszorg wordt geboden vanuit GGZ.
  • Ook andere werkvelden: gehandicaptenzorg, justitie, reclassering.

Slide 15 - Slide

Functies verslavingszorg
  • Preventie.
  • Consultatie.
  • Medische opvang.
  • Maatschappelijke opvang.
  • Begeleiding.
  • Behandeling.
  • Nazorg.

Slide 16 - Slide

Voorzieningen verslavingszorg
  • Ambulante voorziening.
  • Semimurale voorziening.
  • Intramurale voorziening.
  • Maatschappelijke opvang.
  • Reclassering.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Waar moet je specifiek rekening mee houden bij een cliënt met een verslaving?

Slide 19 - Open question

Casus 1
Kenneth vindt het moeilijk om nee te zeggen als er een joint rondgaat in de groep jongeren waarmee hij optrekt. Hij vindt zichzelf een spelbreker. Het lukt hem met periodes om niet te blowen, maar telkens als hij bij zijn vrienden is gaat het mis. Hij denkt dat zijn vrienden hem een watje vinden als hij nee zegt. De vraag is of dat ook echt zo is. Misschien vinden ze het juist wel stoer als hij de joint weigert omdat hij dat wil. En als ze hem wel een watje vinden, zijn het dan wel echte vrienden? Jij als MZ’er komt hen in gesprek en wil met hem zijn gedrag bespreken, vooral omdat je ziet dat hij bij zijn vrienden een ander persoon is dan hij bij jou bij de dagactiviteit is. 

Slide 20 - Slide

Casus 2
Marcella komt enthousiast naar je toe. Zij zegt ‘het licht te hebben gezien’. Haar dochter wordt binnenkort overgeplaatst naar een woongroep bij haar in de buurt. Marcella zegt haar hele voorraad met drank de prullenbak in te hebben gesmeten en vanaf nu nooit meer een druppel te drinken. Haar dochter is haar motivatie. De week daarna hoor je van een collega dat Marcella dronken op een afspraak is verschenen. Wanneer jij Marcella hiermee confronteert en zegt ze dat dit absoluut niet waar is. Haar dochter is haar motivatie en zij heeft naar eigen zeggen nog geen druppel alcohol aangeraakt.

Slide 21 - Slide

Wat wil je te weten komen over de cliënt met de verslaving.welke vragen moet je stellen?

Slide 22 - Open question

• Studenten spelen in een groepjes van 2 de casus uit: een MZ’er een cliënt.

Slide 23 - Slide

Wat ging er volgens de MZ'er goed en wat kan beter tijdens het communiceren?
Wat ging er volgens de cliënt goed en wat kan beter tijdens het communiceren?

Slide 24 - Open question

Leuke les?

Slide 25 - Mind map

Huiswerk
15.8 motiverende gespreksvoering lezen.

Slide 26 - Slide