Quiz Hoofdstuk 1 Boek A

Hoe noem je het 8e tijdvak?
A
Tijd van de boeren & burgers
B
Tijd van de pruiken & revoluties
C
Tijd van de burgers & stoommachines
D
Tijd van de wereldoorlogen
1 / 41
next
Slide 1: Quiz
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Hoe noem je het 8e tijdvak?
A
Tijd van de boeren & burgers
B
Tijd van de pruiken & revoluties
C
Tijd van de burgers & stoommachines
D
Tijd van de wereldoorlogen

Slide 1 - Quiz

De tijd van de burgers & stoommachine was van ..... tot .....

Slide 2 - Open question

Wat is huisnijverheid?
A
Het thuis maken van goederen
B
Het werken in de fabriek
C
Geen werk hebben
D
Thuis online werken

Slide 3 - Quiz

Welke energiebron wordt gebruikt bij de huisnijverheid?
A
Spierkracht
B
Windkracht
C
Waterkracht
D
Stoomkracht

Slide 4 - Quiz

Waar bestond Nederland uit vóór de industrialisatie?
A
Akkerbouw en veeteelt
B
Industrie en akkerbouw
C
Industrie en veeteelt
D
Huisnijverheid en landbouw

Slide 5 - Quiz

Wat hoort niet bij infrastructuur?
A
Schepen
B
Kanalen
C
Spoorlijn
D
Wegen

Slide 6 - Quiz

Nationalisme is:
A
Een eigen staat voor je land willen.
B
Een grote liefde hebben voor je eigen volk.
C
Een leger hebben om je eigen volk te verdedigen.
D
Niet zwakker willen zijn dan andere volken.

Slide 7 - Quiz

Hoe vond europeanisering plaats?
A
Door Europees geld uit te geven in de kolonies.
B
Door het verspreiden van Europese cultuur, taal en geloof.
C
Door arbeiders uit de kolonies in de Europese fabrieken te laten werken.
D
Door in de kolonies fabrieken te bouwen.

Slide 8 - Quiz

Wat staat er op de geologische tijdschaal?
A
DNA van alle diersoorten
B
De opbouw van de aarde
C
De geschiedenis van het leven op aarde
D
Geschiedenis van de landschappen

Slide 9 - Quiz

Wat is steenkool?
A
Samengeperste planten van miljoenen jaren oud
B
Samengeperste zeediertjes van miljoenen jaren oud
C
Een sponzige laag van dode planten
D
Steenkool is een veenlaag uit de Middeleeuwen

Slide 10 - Quiz

Wat was geen oorzaak van imperialisme?
A
Grondstoffen
B
Afzetmarkt
C
Europeanisering
D
Stoommachine

Slide 11 - Quiz

Welk voordeel heeft een stoommachine in vergelijking met spierkracht?
A
Stoommachines zijn groter.
B
Stoommachines kunnen overal neergezet worden.
C
Stoommachines worden minder snel moe.
D
Je hebt minder mensen nodig.

Slide 12 - Quiz

Wat hoort niet bij de agrarische sector?
A
De melkveehouderij.
B
De tomatenkwekerij.
C
De garnalenvisserij.
D
De slagerij.

Slide 13 - Quiz

Wat hoort niet bij
Primaire sector?
A
B
C
D

Slide 14 - Quiz


Welke sector zie je hier?
A
Industriële sector
B
Dienstverlenende sector
C
Agrarische sector
D
Geen van deze antwoorden

Slide 15 - Quiz

Wat hoort niet bij
Secundaire sector?
A
B
C
D

Slide 16 - Quiz

Welke sector zie je hier?
A
Primaire
B
secundaire
C
Tertiaire

Slide 17 - Quiz

De primaire sector is
A
Landbouw
B
Industrie
C
Diensten

Slide 18 - Quiz

Welke sector zie je hier?
A
Primaire
B
secundaire
C
Tertiaire

Slide 19 - Quiz

wat is imperialisme?
A
gebieden veroveren om machtig te worden
B
handel drijven met andere landen
C
ontdekkingsreizen maken om nieuwe landen te vinden
D
in eigen land blijven om oorlog te vermijden

Slide 20 - Quiz

Europeanisering betekent dat...
A
Europa kolonies kreeg
B
Europa met elkaar in oorlog ging
C
Europa hun cultuur over de wereld wilde verspreiden
D
Iedereen Europees mocht worden

Slide 21 - Quiz

De tertiaire sector is
A
Landbouw
B
Industrie
C
Diensten

Slide 22 - Quiz

Wind-, water- en spierkracht zijn allemaal voorbeelden van...
A
Nieuwe energie bronnen
B
Oude energiebronnen

Slide 23 - Quiz

Wat was aardolie voordat het aardolie werd?
A
Laagjes dood plankton
B
Laagjes dode bladeren
C
Laagjes schelpdieren
D
Laagjes zand en klei

Slide 24 - Quiz

Wat hoort er NIET bij aardgas?
A
Aardgas is een fossiele brandstof
B
In de bodem van Groningen zit veel aardgas
C
Aardgas wordt diep uit de aarde gehaald
D
Van aardgas wordt benzine gemaakt

Slide 25 - Quiz

wat is geologie
A
de wetenschap die het ontstaan van de aarde bestudeerd
B
een overblijfsel of afdruk van een dier of plant
C
stof die overblijft als zeewater verdampt
D
winnen van delfstoffen in de open lucht.

Slide 26 - Quiz

Wat hoort niet bij de secundaire sector?
A
Stoffenwinkel
B
Mijnbouwbedrijf.
C
Bouwvakker.
D
Lasser.

Slide 27 - Quiz

Wat is aardolie?
A
Olie dat wij gebruiken om mee te bakken
B
Olie dat uit de grond gehaald wordt waarvan benzine gemaakt wordt

Slide 28 - Quiz

De afzetmarkt en europeanisering zijn gevolgen van imperialisme
A
Waar
B
Niet waar
C
Ik heb geen idee waar dit overgaat

Slide 29 - Quiz

Welke drie sectoren zijn er?
A
Veeteelt - Industrie - Diensten.
B
Landbouw - Ambachten - Diensten.
C
Landbouw - Visserij - Mijnbouw.
D
Landbouw - Industrie - Diensten.

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Video

Welke omschrijving hoort bij welke grondstof?
Kalksteen
Aardolie
Steenkool
Aardgas
Ontstaat uit plantenresten
Ontstaat uit plankton
Ontstaat uit aardolie of steenkool
Ontstaat uit samengeperste skeletjes van zeedieren
Carboon
Jura
Krijt

Slide 32 - Drag question

Steenkool

Fossiel

Aardolie

Slide 33 - Drag question

Dit is een voorbeeld van:
A
De aardrijkskundige tijdvakken
B
De geologische tijdschaal
C
De geologische tijdperken

Slide 34 - Quiz

Hoe kan het dat in Limburg veel kalksteen te vinden is
A
Door de overgang van het Perm naar het Krijt
B
Door dode skeletjes van zeedieren
C
Door het warme zeewater tijden het Krijt
D
Door de dikke laag zout van het Perm

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Slide

Aardgas wordt gemaakt als steenkool en aardolie lang onder druk komen te staan
A
Juist
B
Onjuist

Slide 37 - Quiz

Steenkool, aardolie en aardgas zijn voorbeelden van...
A
Delfstoffen
B
Fossielen
C
Energiebronnen
D
Tijdperken

Slide 38 - Quiz

Wat betekent het begrip 'natie'?
A
Een politieke unie van verschillende landen
B
Een vorm van europeanisering
C
Een groep mensen met een gemeenschappelijke identiteit
D
Een economische alliantie

Slide 39 - Quiz

Wat hoort niet bij
Tertiare sector?
A
B
C
D

Slide 40 - Quiz

Spierkracht is een vorm van energie.
A
juist
B
onjuist

Slide 41 - Quiz