H1 jaar 2 herhaling

Een advocaat en een leraar horen tot welke beroepssector?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiare sector
1 / 25
next
Slide 1: Quiz
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Een advocaat en een leraar horen tot welke beroepssector?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiare sector

Slide 1 - Quiz

Sectoren
Primaire sector - arbeidsintensief
Secundaire sector - kapitaalintensief
Teriaire sector/dienstensector - een dienst leveren

Slide 2 - Slide

Wat is geen gevolg van de toepassing van de stoommachine in de textielindustrie?
A
Ontstaan arbeidersklasse
B
Ontstaan fabrieken
C
Arbeiders komen naar fabriek toe
D
Enclosures

Slide 3 - Quiz

Door de stoommachine..
Kon er meer geproduceerd worden.
Er moesten grote gebouwen voor komen, fabrieken. 

Slide 4 - Slide

Nationalisme is:
A
Een eigen staat voor je land willen.
B
Een grote liefde hebben voor je eigen volk.
C
Een leger hebben om je eigen volk te verdedigen.
D
Niet zwakker willen zijn dan andere volken.

Slide 5 - Quiz

Wat is kapitaalintensief?
A
Er is veel geld
B
Machines doen vooral het werk
C
Mensen doen vooral het werk
D
Intensieve samenwerking

Slide 6 - Quiz

Wat is imperialisme?
A
land stelen en toevoegen aan eigen rijk
B
koloniseren van andere landen
C
geen idee
D
Landen die hun macht in andere delen van de wereld uit willen breiden en te beheersen door het te beroven.

Slide 7 - Quiz

Geologie is
A
de leer van de aarde
B
de leer van het leven
C
de leer van alle organismen
D
de leer van het sterrenstelsel

Slide 8 - Quiz

Wat is huisnijverheid?
A
Mensen maken producten in hun eigen huis om te verkopen
B
Mensen maken producten vanuit grondstoffen in de fabrieken
C
Uitvinders bedenken nieuwe uitvindingen in hun eigen huis
D
Fabrieksbazen kopen machines om zo minder personeel te betalen

Slide 9 - Quiz

Huisnijverheid in Engeland
Vooral boeren-gezinnen
om in de winter wat geld te verdienen

Thuiswerk = huisnijverheid

Slide 10 - Slide

Textiel is...
A
Verf
B
Een huisdier
C
een hulpmiddel om spullen te verplaatsen
D
Een uit draden geweven materiaal

Slide 11 - Quiz

Wat is de beste omschrijving van een kolonie?
Een kolonie is ...
A
een land dat zelf niet de baas is.
B
een land dat bestuurd word door een moederland.
C
een land dat een ander land bestuurd.
D
een land waarvan het bestuur in een ander land is.

Slide 12 - Quiz

Kolonie
Kolonie = Stuk gebied wat in bezit is van een land. 
Dit gebied ligt buiten de landsgrenzen. 

Slide 13 - Slide

Wat is geen vestigingsfactor?
A
Aanwezigheid van een afzetmarkt
B
Goed geschoolde mensen
C
Aanwezigheid van grondstoffen
D
Elkaar aantrekkende bedrijven

Slide 14 - Quiz

Wat is Europeanisering?
A
Opleggen van de Europese cultuur
B
Oorlogen in Europa
C
Europese handel vergroten in Europa

Slide 15 - Quiz

Europeanisering
  • Europeanen vonden zichzelf beter ontwikkeld dan andere werelddelen
  • Wilden dit overbrengen op volken in andere werelddelen
  • Ook taal, geloof en infrastructuur
  • Dit noemen we Europeanisering

Slide 16 - Slide

De primaire sector is
A
Landbouw, visserij en mijnbouw
B
Industrie
C
Commerciële dienstverlening
D
Niet-commerciele dienstverlening

Slide 17 - Quiz

Noem een beroep uit de primair sector

Slide 18 - Open question

Welke grondstoffen haalde Nederland uit de kolonies
A
Specerijen, koffie, thee, zout en suiker.
B
Specerijen, rubber, katoen, wol en koffie.
C
Zout, koffie, wol, rubber en suiker.
D
Specerijen, rubber, koffie, thee en suiker

Slide 19 - Quiz

Wat is een delfstof?
A
Een energiebron die ontstaat door druk
B
Een ander woord voor steenkool
C
Een energiebron of grondstof die nuttig is voor de mens

Slide 20 - Quiz

Wat is een fossiel?


A
sporen of resten van dino's
B
sporen of resten van prehistorische dieren
C
sporen of resten van dieren en planten
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 21 - Quiz

Arbeidsintensief is:
A
Het veel hebben van arbeid op 1 plek
B
Er zijn veel mensen nodig voor dit soort werk
C
Er zit veel waarde in het bedrijf aan machines
D
Mensen werken hard voor hun geld.

Slide 22 - Quiz

Een voorbeeld van een beroep die hoort bij de industrie sector is....
A
automonteur
B
groenteboer
C
ouderenzorg
D
winkelier

Slide 23 - Quiz

Wat staat er op de geologische tijdschaal?
A
DNA van alle diersoorten
B
De opbouw van de aarde
C
De geschiedenis van het leven op aarde
D
Geschiedenis van de landschappen

Slide 24 - Quiz

Noteer welke geologische periode belangrijk was voor het ontstaan van steenkool.
A
Carboon
B
Perm
C
Jura
D
Kwartair

Slide 25 - Quiz