Mondeling betoog beoordelen + spellingsvaardigheid beroepshavo

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Mondeling betoog havo en beroepshavo

Leesboek lezen

Planning komende tijd

Dinsdag 7 november: documentatiemap inleveren
(tijdens de les én in hard copy!)

Donderdag 9 november: geen Nederlands

Maandag 13 en dinsdag 14 november: geen Nederlands

Donderdag 16 november: Nederlands, SE1 (planning Teams)

Wat gaan we vandaag doen?

Twee mondelinge betogen beoordelen.

Spellingsvaardigheid (werkwoordspelling - aaneenschrijven - verwijswoorden) oefenen.

Wat gaan we vandaag doen?

Twee mondelinge betogen beoordelen

Je 'beoordeelt' twee mondelinge betogen op basis van een rubric die overeenkomt met het beoordelingsmodel van jouw mondelinge betoog.

Je weet wat er van je wordt verwacht tijdens het mondeling betoog en hoe dit wordt beoordeeld; deze informatie neem je mee in de voorbereiding op je presentatie.

Twee mondelingen beoordelen

Je krijgt straks een mondeling betoog over dierproeven te zien.

Je krijgt een rubric, hierin staan de onderdelen waar ook jij later wordt beoordeeld.

Vul de rubric in.

Geef 3 tops en 3 tips.

Twee mondelingen beoordelen

Je krijgt straks een mondeling betoog over

Je krijgt een rubric, hierin staan de onderdelen waar ook jij later wordt beoordeeld.

Vul de rubric voor elke presentatie in.

Geef 3 tops en 3 tips.

Spellingsvaardigheid

Werkwoordspelling (H1: H1.1 t/m 1.11 + Test 13, 15, 17, 19)

Aaneenschrijven (H2, m.n. 2.17 t/m 2.19 + Test 78, 87, 88)

Verwijswoorden (H4: 4.1 t/m 4.5 + Test 1, 3, 5, 7)

Eerst even testen: Wat gaat goed en wat gaat minder goed?

Wat is correct?

1. autoalarm
2. auto-alarm

Wat is correct?

1. spoorweg overgang
2. spoorwegovergang
3. spoor wegovergang
4. spoor weg overgang

Wat is correct?

1. 30+ kaas
2. 30+-kaas
3. 30+kaas
4. 30+ - kaas

Wat is correct?

1. Stille Oceaangebied
2. Stille-Oceaan gebied
3. Stille-Oceaangebied

Wat is correct?

1. zee egel
2. zeeëgel
3. zee-egel

Wat is correct?

1. elektro-monteur
2. elektromonteur
3. elektro monteur

Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.

1. gebeurd
2. gebeurt
3. gebeurdt
4. gebeurdde

Weet je wel wat het beteken.... als je werkwoordspelling echt beheerst!

1. betekend
2. betekent
3. betekende
4. betekente

Aan het begin van het jaar (besteden, vt) we veel tijd aan werkwoordspelling.

1. besteden
2. besteede
3. besteedden
4. besteeden

Kies het juiste werkwoord:

"Het vliegtuig ..."

1. land
2. landt
3. lant

Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: barbecueën

1. barbecuedde
2. barbecuede
3. barbecuete
4. barbecuette

Toen hij gisteren niet (antwoorden) (verzuchten) ik dat ik er nu echt klaar mee ben.

1. antwoorde- verzuchtte
2. antwoordde, verzuchtte
3. antwoordde-verzuchte
4. antwoorde-verzuchte

(Worden) je broer ook zo gek van dat wachten?

1. Word
2. Wordt

Ik (vermoeden) dat jij dat ook niet echt grappig (vinden).

1. vermoet, vind
2. vermoedt, vindt
3. vermoed, vindt
4. vermoed, vind

Wat is een vrouwelijk woord?

1. waterschap
2. oorlog
3. vrijheid
4. regering

Het rijbewijs is een document....vanaf 18 jaar wordt verstrekt.

1. die
2. dat

Jets diploma...zij vorig jaar behaalde, was niets waard.

1. die
2. dat

Lisa is een meisje die ik ken van vroeger.
Juist of onjuist?

1. Juist
2. Onjuist

Wil je een intakeformulier.....daar ligt even pakken.

1. die
2. dat

Het mooiste cadeau ...... ik kreeg was een horloge.

1. dat
2. wat
3. die

Het mooiste ...... ik kreeg was een horloge.

1. wat
2. dat
3. die

Verwijswoorden

Zelfstandig naamwoorden: de-het

De: mannelijke en vrouwelijke zelfstandig naamwoorden

Het: onzijdige zelfstandig naamwoorden

En een dan?

Hoe weet je of een zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk is?

Voornaamwoorden

• Correct? Hij heeft een diploma behaald dat niet geldig is.
• Correct? Jet is een meisje die ik van vroeger ken.
• 
  
• de-woorden-> die / deze
• het-woorden-> dat / dit

Wanneer gebruik je 'wat'?

• Correct? 
• Het mooiste cadeau wat/dat ik kreeg was een horloge.
  Het mooiste wat/dat ik kreeg was een horloge.

• Vaag: Ik vertel alles wat ik heb gedaan.
• Situatie: Mijn zus trouwt, wat ik heel leuk vind.
• Overtreffende trap: Het beste wat ik kan doen is jou helpen.

Aan de slag!

Meer informatie? Lees hoofdstuk 4.1 t/m 4.5 (blz. 96 en verder)

Maak: test 1+3+5+7, blz. 116

Nakijken: dat kan je zelf! (blz. 141 e.v.)

Klaar? Ga verder met je documentatiemap (Reader, blz. 59 e.v.).

Vlekkeloos Nederlands, maken:

Verwijswoorden (H4: 4.1 t/m 4.5 + Test 1, 3, 5, 7)

Nakijken kan je zelf! 

De antwoorden staan achter de opdrachten.

Gedaan? Heb je alle eerdere opdrachten al af?

Werkwoordspelling (H1: H1.1 t/m 1.11 + Test 13, 15, 17, 19)

Aaneenschrijven (H2, m.n. 2.17 t/m 2.19 + Test 78, 87, 88)

Werkwoordspelling

Doel: Verschillende tijden van de persoonsvorm schrijven & voltooid deelwoord leren schrijven

De eerste vraag die je jezelf stelt is: Is het werkwoord een persoonsvorm? Zie schema volgende sheet:

Onregelmatige werkwoorden

Er zijn ook onregelmatige werkwoorden, zoals:

hebben, mogen, zullen, willen, zijn, kunnen.

Dan gelden er andere regels!

ik                                u

jij                               wij

hij/zij

Engelse werkwoorden

Engelse werkwoorden vervoeg je hetzelfde als Nederlandse werkwoorden.

Soms ziet dit er dus niet uit!!!!

Kijk ook eens op: https://www.beterspellen.nl/website/index.php?pag=129