theorie tekstbegrip

Wat lees je niet bij verkennend lezen?
A
titel
B
inleiding
C
de hele alinea
D
bron
1 / 10
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Wat lees je niet bij verkennend lezen?
A
titel
B
inleiding
C
de hele alinea
D
bron

Slide 1 - Quiz

Het onderwerp van een tekst:in 1 of enkele woorden opschrijven waar de hele tekst over gaat.
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quiz

Als iemand iets moet doen(iets kopen, lid worden), is het tekstdoel:
A
informeren
B
overtuigen
C
instrueren
D
activeren

Slide 3 - Quiz

Het tekstdoel bij een recept is:
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
instrueren

Slide 4 - Quiz

het tekstdoel bij een krantentekst is bijna altijd:
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 5 - Quiz

Het signaalwoord ook hoort bij het tekstverband:
A
opsomming
B
tegenstelling
C
concluderend
D
oorzaak-gevolg

Slide 6 - Quiz

Het signaalwoord zoals hoort bij het tekstverband:
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld
D
concluderend

Slide 7 - Quiz

Het signaalwoord dus hoort bij het tekstverband:
A
tegenstelling
B
oorzaak-gevolg
C
voorbeeld
D
concluderend

Slide 8 - Quiz

het signaalwoord daardoor hoort bij het tekstverband:
A
oorzaak-gevolg
B
tegenstelling
C
concluderend
D
opsomming

Slide 9 - Quiz

Als er iets nieuws wordt verteld in de laatste alinea heb je geen slot.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz