Meten en Meetkunde 2F, les 2: Omrekenen

Meten en Meetkunde 2F:

Omrekenen

1 / 15
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Meten en Meetkunde 2F:

Omrekenen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Spelregels omrekenen inhoud

Slide 3 - Slide

In een vijver zit 500 liter water. Hoeveel deciliter is dat?
A
50
B
500
C
5000
D
50000

Slide 4 - Quiz

Melkfabriek Campina gaat een nieuw pak melk uitbrengen, met extra inhoud. Het pak melk heeft een lengte van 10 cm en een hoogte van 25 cm.
De breedte van het pak wordt 0,2 dm groter.
Hoeveel liter melk kan er extra bij?
A
0,5 liter
B
5 liter
C
0,2 deciliter
D
2 deciliter

Slide 5 - Quiz

Uitwerking
Allereerst wil je de inhoud van het pak melk weten. Dit doe je door Lengte x Breedte x Hoogte.
Let op! de breedte is in deze opgave in dm gegeven.
10 cm = 1 dm
25 cm = 2,5 dm
1 dm x 0,2 dm x 2,5 dm = 0,5 dm3 = 0,5 liter extra

Slide 6 - Slide

Een zwembad heeft een lengte van 300 dm, een breedte van 2 decameter. De diepte is 1,80 m. Hoeveel water past er in het zwembad?
A
1.080.000 liter
B
10.800 m3
C
1080 liter
D
1.080.000 centiliter

Slide 7 - Quiz

Uitwerking opgave 2
-Je weet 1 dm3 = 1 liter
-Je moet alles naar dm3 omrekenen om liters te weten.
300 dm = 300 dm
2 dam = 200 dm
1,80 meter = 18 dm
300 x 200 x 18 = 1.080.000 dm3
1.080.000 dm3 = 1.080.000 liter

Slide 8 - Slide

Angelien gaat over 164 uur op vakantie.
Over hoeveel dagen en hoeveel uur is dat?

Angelien gaat over 164 uur op vakantie.
Over hoeveel dagen en hoeveel uur is dat?

Slide 9 - Open question

Sanne en Ravi hebben elkaar 4 etmalen niet gezien.
Hoeveel uur is dat?
Sanne en Ravi hebben elkaar 4 etmalen niet gezien.
Hoeveel uur is dat?

Slide 10 - Open question

Thomas vertrekt uit Amsterdam naar Dublin om 9:45 uur. De vliegreis duurt 1 uur en 45 minuten. In Dublin is het 1 uur vroeger dan in Amsterdam.
Hoe laat (lokale tijd) komt Thomas in Dublin aan?
A
10:30 uur
B
11:30 uur
C
12:30 uur
D
13:30 uur

Slide 11 - Quiz

Spelregels omrekenen
Bij elke stap naar rechts gaat de komma een plaats naar rechts.
Bij elke stap naar links gaat de komma een plaats naar links.
33 cl = 3,3 dl = 0,33 l


Slide 12 - Slide

Als er 25 liter in een regenton past, hoeveel milliliter is dat dan?
A
25
B
250
C
2500
D
25000

Slide 13 - Quiz

In een emmer past 5 dm3, hoeveel liter past er dan in? (..... liter)

Slide 14 - Open question

In een zwembad staat een laagje water met een inhoud van 100.000 cm3, hoeveel liter is dat?
(..... liter)

Slide 15 - Open question