Economische motieven:
Armoede en gebrek aan werk in eigen land.
Tekort aan specialistische kennis in een ander land.
Politieke motieven:
Oorlog.
Vervolging vanwege geloof, politieke opvatting of seksuele geaardheid.
Sociale motieven:
Hereniging met familie.
Trouwen met een geliefde in een ander land.