Bestaat uit twee of meer atomen. Het zijn de kleinste deeltjes van een stof met nog alle eigenschappen van die stof
Slide 7 - Slide
Organel
Een onderdeel van een cel met een bepaalde taak
Slide 8 - Slide
Cel
Functionele basiseenheid van elk organisme
Slide 9 - Slide
Weefsel
Een groep cellen met dezelfde bouw en dezelfde functie
Slide 10 - Slide
Orgaan
Verschillende weefsels die samenwerken aan een bepaalde taak
Slide 11 - Slide
Orgaanstelsel
Diverse organen die samen
een bepaalde taak hebben
Slide 12 - Slide
Organisme
Een levend wezen
Slide 13 - Slide
Populatie
Groep organismen van dezlfde soort in een bepaald gebied
Slide 14 - Slide
Levensgemeenschap
Alle organismen (en hun onderlinge relaties) in een bepaald gebied
Slide 15 - Slide
Ecosysteem
Begrensd gebied waarin organismen met elkaar en met de levenloze natuur relaties hebben
Slide 16 - Slide
Systeem Aarde
Bestaat uit alle ecosystemen, met daarbij alle fysische, chemische en biologische processen en hun onderlinge interacties
Slide 17 - Slide
Emergente eigenschap
Bijdragen aan het functioneren van een groter geheel.
Dit is pas zichtbaar op een hoger organisatie-niveau.
Ontstaat door interactie.
Slide 18 - Slide
Levenskenmerken
- Beweging
- Groei en ontwikkeling
- Voortplanting
- Stofwisseling (opnemen, omzetten en afgeven van stoffen)
- Waarnemen van en reageren op prikkels
Slide 19 - Slide
Stamcelkweek
Stamcellen delen zich tot nieuwe stamcellen, waarna ze zich kunnen differentiëren tot verschillende celtypen
Slide 20 - Slide
Celdifferentiatie
Gespecialiseerde cellen ontstaan door celdifferentiatie.
Celdifferentiatie ontstaat doordat in verschillende cellen verschillende eiwitten worden gemaakt.
Slide 21 - Slide
Cellen/ suikerziekte
Eilandjes van Langerhans: gespecialiseerde cellen in de alvleesklier die insuline maken (nodig voor de regeling van de glucose concentratie in het bloed).
Bij mensen met Diabetes type 1 zijn deze cellen beschadigd en maken dus geen insuline meer aan.
Slide 22 - Slide
Vershil
Diabetes type 1 en 2?
Slide 23 - Slide
Cellen/ suikerziekte
Oplossingen:
Insuline spuiten
Weefseltransplantatie (eilandjes van Langerhans)
Orgaantransplantatie (alvleesklier)
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
lesdoelen
Aan het einde van de les kunnen de leerlingen alle cell onderdelen benoemen en hun functie beschrijven.
Slide 26 - Slide
Wat is het verschil tussen een plantaardige- en dierlijkecel?
Slide 27 - Slide
timer
15:00
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
lesdoelen
Aan het einde van de les kunnen de leerlingen
verschillende manieren beschrijfen van membraantransport
de veranderingen verklaren bij een cel in een omgeving met een afwijkende osmotische waarde
de rol van receptoreiwitten in het celmembraan beschrijfen
Slide 31 - Slide
Celmembraan
Slide 32 - Slide
Passief transport kost geen energie
Actief transport kost energie (ATP).
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Wat is osmose?
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Slide
lesdoelen
Aan het einde van de les kunnen leerlingen minstens twee verschillen noemen tussen DNA en RNA
Slide 39 - Slide
coderende streng?
RNA: AUG CAC GGA CAG GAG ACC
RNA
matrijsstreng
coderende streng
Slide 40 - Slide
wat zijn de verschillen tussen DNA en RNA?
Slide 41 - Slide
Slide 42 - Slide
lesdoelen
Aan het einde van de les weten de leerlingen hoe cellen delen
Slide 43 - Slide
Slide 44 - Slide
Slide 45 - Slide
Slide 46 - Slide
lesdoelen
Aan het einde van de les weten de leerlingen hoe cellen samenwerken
Aan het einde van de les weten de leerlingen hoe cellen leven