Oefenvragen SE 4h - H2 t/m H6
1 / 33
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Gebruik bron 1
Deze bron past bij twee kenmerkend aspecten uit de oudheid.
(4p) 1 Noem deze kenmerkende aspecten en toon dit aan telkens met een verwijzing naar de bron.
Deze bron past bij twee kenmerkend aspecten uit de oudheid.
(4p) 1 Noem deze kenmerkende aspecten en toon dit aan telkens met een verwijzing naar de bron.
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Gebruik bron 2
Deze bron past bij een kenmerkend aspect uit de middeleeuwen.
(2p) 2 Noem dit kenmerkende aspect en toon dit aan met een verwijzing naar de bron.
Deze bron past bij een kenmerkend aspect uit de middeleeuwen.
(2p) 2 Noem dit kenmerkende aspect en toon dit aan met een verwijzing naar de bron.
Slide 11 - Open question
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Gebruik bron 3
Deze bron past bij twee kenmerkend aspecten uit de middeleeuwen.
(4p) 3 Noem deze kenmerkende aspecten en toon dit aan telkens met een verwijzing naar de bron.
Deze bron past bij twee kenmerkend aspecten uit de middeleeuwen.
(4p) 3 Noem deze kenmerkende aspecten en toon dit aan telkens met een verwijzing naar de bron.
Slide 15 - Open question
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Gebruik bron 4
Deze bron past bij een kenmerkend aspect uit de vroegmoderne tijd.
(2p) 4 Noem dit kenmerkende aspect en toon dit aan met een verwijzing naar de bron.
Deze bron past bij een kenmerkend aspect uit de vroegmoderne tijd.
(2p) 4 Noem dit kenmerkende aspect en toon dit aan met een verwijzing naar de bron.
Slide 19 - Open question
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Humanisten hielden zich bezig met het verbeteren en uitleggen van teksten uit de Oudheid.
5 (1p) Leg uit waarom de teksten uit de Oudheid verbeterd moesten worden volgens de humanisten.
5 (1p) Leg uit waarom de teksten uit de Oudheid verbeterd moesten worden volgens de humanisten.
Slide 23 - Open question
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
6 (2p) Een bewering:
Met de benoeming van Alva als landvoogd in de Nederlanden bereikte Filips II een ander resultaat dan hij wilde.
Leg dit uit.
Met de benoeming van Alva als landvoogd in de Nederlanden bereikte Filips II een ander resultaat dan hij wilde.
Leg dit uit.
Slide 27 - Open question
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
7 (3 p) In de zomer van 1566 weigerden drie Gelderse edelen, Floris van Pallandt, Willem van den Bergh en Willem van Batenberg, mee te werken aan de vervolging van ketters in hun gewesten.
Geef aan
- door welke gebeurtenis zij zich gesteund voelden door edelen uit andere Nederlandse gewesten en
- welk politiek doel zij met hun weigering hadden en
- met welk voorbeeld dat hun weigering de calvinisten verder aanmoedigde.
Geef aan
- door welke gebeurtenis zij zich gesteund voelden door edelen uit andere Nederlandse gewesten en
- welk politiek doel zij met hun weigering hadden en
- met welk voorbeeld dat hun weigering de calvinisten verder aanmoedigde.
