Oefenen! Vragen met bronnen

Type vraag
- noem
- leg uit
- toon aan
- met verwijzing naar bron
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Type vraag
- noem
- leg uit
- toon aan
- met verwijzing naar bron

Slide 1 - Slide

1
Uit de bron kun je een oorzaak afleiden van de ondergang van de Republiek van Weimar.
3p Noem met een verwijzing naar de bron deze oorzaak en geef
      aan waardoor deze bijdroeg aan de ondergang van de
     Republiek van Weimar.
- Noem een oorzaak
- verwijzing naar de bron
- geef aan 




Slide 2 - Slide

Voorbeeld van een juist antwoord is:
• Johann Herbert zegt dat de leiders van de regering verraders zijn / Duitsland in ongenade
   hebben laten vallen, waaruit blijkt dat (een deel van) het volk de regering van de Republiek niet
   vertrouwt / verantwoordelijk houdt voor de nederlaag in de oorlog / de regering van
  de Republiek het tekenen van de Vrede van Versailles kwalijk neemt 2
• wat bijdraagt aan de ondergang van de Republiek van Weimar omdat deze hierdoor politiek
   instabiel is / omdat extreme partijen (als de NSDAP) hierdoor (meer) aanhang krijgen. 1 

Slide 3 - Slide

Noem kenmerken
nationaalsocialisme

Slide 4 - Mind map

2
Uit de bron blijkt dat Himmler een nationaalsocialist is.
3p Noem drie kenmerken van het nationaalsocialisme en geef
      bij elk kenmerk telkens aan waardoor dat kenmerk in de bron
      naar voren komt. 
- Noem drie kenmerken
- met verwijzing naar de 
  bron





Slide 5 - Slide

antwoord 
Een juist antwoord bevat de volgende elementen:
• De nationaalsocialistische rassenleer: Himmler neemt maatregelen om ervoor te zorgen dat er meer kinderen van goed bloed (ariërs) geboren worden 1

• Het militaristische karakter van het nationaalsocialisme: Himmler noemt de soldaten dapper / gaat ervan uit dat mannen bereid zijn te sterven voor hun land 1

• Het (één)leidersprincipe van het nationaalsocialisme: Himmler gaat uit van (onvoorwaardelijk)
  geloof in de Führer 1
Opmerking
Alleen met een juiste verwijzing naar de bron wordt 1 scorepunt toegekend.

Slide 6 - Slide

3 Met deze bron kun je een ideologisch motief voor de Duitse strijd tegen de
Sovjet-Unie illustreren.

2p Noem dit motief en toon aan dat Anton Roos dit motief ondersteunt.
- Noem een ideologisch motief
- toon dit aan met bron 

Slide 7 - Open question

Wanneer viel de Berlijnse Muur?

Slide 8 - Open question

4 Opland geeft een verwachting weer over de politieke toekomst van
Oost-Europa.

2p Leg met een verwijzing naar de bron uit welke verwachting dat is.
- Leg verwachting uit
- met verwijzing naar bron 

Slide 9 - Open question

Noem namen voor
politiek Gorbatsjov

Slide 10 - Mind map

5 In deze prent geeft tekenaar Ernst Maria Lang een mening weer over de reactie van de regering van
de DDR op de binnenlandse politiek van Gorbatsjov.

4p Licht dit toe door:
 zonder bron de kern van de binnenlandse politiek van Gorbatsjov weer te geven en
 met twee verwijzingen naar de bron aan te geven welke mening Ernst Maria Lang weergeeft over de
reactie van de regering van de DDR.
- Geef een toelichting
- 2 verwijzingen naar bron
- mening van Ernst Maria 

Slide 11 - Open question

6. In 1629 schildert Adam Willaerts op bestelling van het stadsbestuur van Dordrecht dit stadsgezicht. Het stadsbestuur laat het schilderij ophangen in de raadzaal van het stadhuis.
1 Je kunt met dit schilderij de bloei van de Republiek op twee verschillende terreinen illustreren.
Hierbij passen twee beweringen:
2 Het stadsbestuur wil met het ophangen van dit schilderij in het stadhuis een politieke boodschap uitdragen.
3p Noem (bij 1), telkens met een verwijzing naar de bron, beide verschillende terreinen en noem (bij 2)
de politieke boodschap die het stadsbestuur wil uitdragen.

Slide 12 - Open question

7. Volgens abolitionisten is slavenhandel strijdig met verlichte idealen.
2p Ondersteun dit door, met een verwijzing naar de bron, aan te geven met
welk verlicht ideaal slavenhandel strijdig is.

Slide 13 - Open question

8. Een interpretatie:
Beide kranten geven een eenzijdig beeld van de gebeurtenissen in Hongarije in 1956. Deze eenzijdigheid kan worden verklaard vanuit het politieke standpunt van elk van beide kranten tijdens de Koude Oorlog.
4p Licht dit toe door:
- met een verwijzing naar de bron per krant aan te geven waaruit die eenzijdigheid blijkt en
- deze eenzijdigheid telkens in verband te brengen met het politieke standpunt van de krant.

Slide 14 - Open question

9. Deze bron kan worden gebruikt om twee kenmerkende aspecten van de
tweede helft van de twintigste eeuw te illustreren.

2p Toon dit aan voor beide kenmerkende aspecten.

Slide 15 - Open question

10. Na de dood van Bismarck (in 1898) worden deze beeldjes (zie bron) in zeer grote aantallen
geproduceerd en verkocht in Duitsland.
De grote aantallen beeldjes die geproduceerd en verkocht werden, kunnen gekoppeld worden aan
twee verschillende kenmerkende aspecten van de negentiende eeuw.

4p Noem beide kenmerkende aspecten en geef bij elk kenmerkend aspect aan, waardoor dit bij een
van deze gegevens past.

Slide 16 - Open question