Begrijpend lezen 2B

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Begrijpend lezen

18-3-24

2B

Herhaling voor de toets!

Geef zo veel mogelijk signaalwoorden!

Signaalwoorden

Regels

Je steekt je vinger op wanneer je een vraag hebt.

Je blijft netjes.

We luisteren naar elkaar.

Er wordt niet met spullen gegooid.

Leerdoelen

- Ik kan actief meedoen aan de LessonUp 

- Ik ken de tekstverbanden 

- Ik ken signaalwoorden die passen bij tekstverbanden

- Ik kan meedoen aan de GimKit 

Planning 

- Tekstverbanden 

- Signaalwoorden 

- Opdrachten 

- GimKit 

Tekstverbanden 

Woorden, zinnen en alinea's in een tekst hebben met elkaar te maken. Dat heet samenhang of tekstverband.

Tekstverbanden kun je herkennen aan signaalwoorden.

Signaalwoorden

Een signaalwoord geeft een verband aan tussen alinea's of zinnen. 

Ze duiden een bepaalde samenhang aan. Deze samenhang heet weer het tekstverband. 

Een samenwerking tussen Pokémon en het Van Gogh Museum heeft een hoop drukte veroorzaakt. Op filmpjes is te zien hoe tientallen volwassenen de museumwinkel in stormen om de kaarten te pakken voordat de kinderen erbij kunnen.

Daarna reageerden mensen online boos . Pokémonkaarten kunnen namelijk veel geld waard worden. De volwassenen in de winkel pakken de kaarten, want er kan later geld mee verdiend worden, zeggen ze.

De Pokémon-tentoonstelling is er, omdat het museum 50 jaar bestaat. (Bron: Jeugdjournaal, aangepast)

Een samenwerking tussen Pokémon en het Van Gogh Museum heeft een hoop drukte veroorzaakt. Op filmpjes is te zien hoe tientallen volwassenen de museumwinkel in stormen om de kaarten te pakken voordat de kinderen erbij kunnen.

Daarna reageerden mensen online boos . Pokémonkaarten kunnen namelijk veel geld waard worden. De volwassenen in de winkel pakken de kaarten, want er kan later geld mee verdiend worden, zeggen ze.

De Pokémon-tentoonstelling is er, omdat het museum 50 jaar bestaat. (Bron: Jeugdjournaal, aangepast)

Voordat

1. Tegenstelling
2. Tijdsvolgorde
3. Oorzaak-gevolg
4. Opsommend

Daarna

1. Tijdsvolgorde
2. Tegenstelling
3. Doel-middel
4. Vergelijking

Namelijk

1. Opsommend
2. Vergelijking
3. Redengevend (argument)
4. Concluderend

Omdat

1. Tegenstelling
2. Tijdsvolgorde
3. Concluderend
4. Redengevend (argument)

Tegenstelling

1. Waarmee
2. Net zo als...
3. Bijvoorbeeld
4. Maar

Doel-middel

1. Zoals
2. Eerst
3. Zodat
4. Ook

Opsommend

1. Ook
2. Maar
3. Als
4. Dus

Tekstverbanden

Geef elkaar tips om tekstverbanden te vinden / te herkennen

Vragen? 

Zelfstandig werken 

Aan de slag met cursus 1.1 t/m 1.6 op de methodesite (begrijpend lezen). 

Alleen. Geen muziek. Zachtjes fluisteren. 

Stoppen: ongeveer 15 minuten voor einde les

Leerdoelen

- Ik kan actief meedoen aan de LessonUp 

- Ik ken de tekstverbanden 

- Ik ken signaalwoorden die passen bij tekstverbanden

- Ik kan meedoen aan de GimKit 

GimKit

Ga naar GimKit en vul de code in!