Zwakke werkwoorden verleden tijd - les 29

Zwakke werkwoorden verleden tijd
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Zwakke werkwoorden verleden tijd

Slide 1 - Slide

Planning
  • Terugblik
  • Doelen
  • Wat weet je nog?
  • Uitleg
  • Opdracht(en)
  • Afsluiten 

Slide 2 - Slide

Terugblik
In de vorige les heb je geleerd hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd schrijft.

Slide 3 - Slide

Doelen van de les
  • Je weet dat zwakke werkwoorden in de verleden tijd 
     -de(n), -dde(n), -te(n), -tte(n) krijgen.
  • Je kunt kiezen of een zwak werkwoord -de(n), -dde(n), -te(n), -tte(n) krijgt in de verleden tijd.

Slide 4 - Slide

Wat weet je nog over zwakke werkwoorden?

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Opdrachten maken
Samen werken

Les 29

We maken opdracht 1 t/m 4 samen.

Daarna maak je opdracht 5 t/m 11 zelfstandig.

Zelfstandig werken

Les 29

Je maakt opdracht 1 t/m 11 zelfstandig. Je mag zachtjes overleggen.

Klaar?
-> Nakijken, NUMO of lezen.


Slide 13 - Slide

Heb je je doelen behaald?
  • Je weet dat zwakke werkwoorden in de verleden tijd 
     -de(n), -dde(n), -te(n), -tte(n) krijgen.
  • Je kunt kiezen of een zwak werkwoord -de(n), -dde(n), -te(n), -tte(n) krijgt in de verleden tijd.

Slide 14 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 15 - Mind map