What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Verwerkingsopdrachten - roze Geld en werk - thema 16
Verwerkingsopdrachten - thema 16
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Verwerkingsopdrachten - thema 16
Slide 1 - Slide
Thema 16 - Geld en werk
DISK 2022
Slide 2 - Slide
Ik ben de baas
betekent:
1
A
Ik ben een vrouw of een man en zeg wat we gaan doen.
B
Ik ben een kind en ik zeg wat we gaan doen.
C
Ik ben een hond en ik zeg wat we gaan doen.
D
Ik ben een boom en ik zeg wat we gaan doen.
Slide 3 - Quiz
2
Het woord 'de bank' heeft twee betekenissen. Welke weet jij?
Slide 4 - Mind map
Wat betekent: het bedrag
3
A
14
B
€14,00
C
14 %
D
14:00 uur
Slide 5 - Quiz
Noem een voorbeeld van een bedrijf:
4
Slide 6 - Open question
Wat betekent 'het beetje'?
5
A
een grote hoeveelheid
B
veel
C
een kleine hoeveelheid
D
een klein deel
Slide 7 - Quiz
6
beide
enkele
Slide 8 - Drag question
Waarom moet je belasting betalen?
7
A
Omdat de gemeente geld moet hebben om alles te betalen.
B
Omdat de koning rijk wil worden.
C
Omdat dat het leuk is om te doen.
D
Omdat dat goed is voor de dieren in Nederland.
Slide 9 - Quiz
...............(betalen) jij mijn drankje?
8
Slide 10 - Open question
bruto < -- > netto
Wat is goed?
9
A
Bruto is geld voor 12-18 jarigen en netto is voor 21 jaar een ouder
B
Bruto is geld van je opa en oma.
C
Bruto is geld in je portomonnee.
D
Bruto is geld waarover je nog belasting moet betalen.
Slide 11 - Quiz
Waarmee heb jij veel ervaring?
10
Slide 12 - Open question
Het geval
Welke zin is fout?
11
A
Dat is niet het geval.
B
De geval is geel.
C
Een pijnlijk geval.
D
Een moeilijk geval.
Slide 13 - Quiz
12
Wat vind jij handig om altijd bij je te hebben?
Slide 14 - Mind map
Wat betekent 'heleboel'?
13
A
een grote hoeveelheid
B
veel
C
een kleine hoeveelheid,
D
een klein deel
Slide 15 - Quiz
Ik wil ... kopen,
maar ik weet nog niet wat.
17
Slide 16 - Open question
Wie vind jij ... je vader of je moeder?
19
Slide 17 - Open question
Wat betekent 'het loon'?
20
A
het salaris
B
Het geld dat je krijgt voor het werk dat je doet.
C
Het geld dat je voor de boodschappen betaalt.
D
Het zakgeld dat je van je moeder krijgt.
Slide 18 - Quiz
Heb jij wel eens de ... gewonnen?
22
Slide 19 - Open question
Waar zullen we het ....? Het weer?
30
Slide 20 - Open question
Wat betekent 'de reactie'?
31
A
Een baan die nodig is voor school.
B
dat wat je zegt of doet als antwoord op iets anders
C
Het geld dat je voor de boodschappen betaalt.
D
iets vragen
Slide 21 - Quiz
Stel een vraag aan de leerling naast jou.
34
Slide 22 - Open question
Ik (terugkrijgen) ... nog steeds mijn broek van jou ...
36
Slide 23 - Open question
Wat betekent het woord 'verdienen'?
37
Slide 24 - Open question
Mijn moeder heeft de loterij (winnen).
43
Slide 25 - Open question
(Werken) jij in een supermarkt?
extra
Slide 26 - Open question
Nikki (werken) als verkoopster in een kledingwinkel.
extra
Slide 27 - Open question
44
Krijg jij 'zakgeld'? Hoeveel?
Slide 28 - Mind map
More lessons like this
Verwerkingsopdrachten - roze Geld en werk - thema 16
June 2024
- Lesson with
49 slides
NT2
Basisschool
Groep 1
Dag 9
September 2024
- Lesson with
14 slides
NT2
ISK
Dag 9
September 2024
- Lesson with
14 slides
NT2
ISK
Dag 9
September 2024
- Lesson with
14 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Dag 9
May 2024
- Lesson with
14 slides
NT2
ISK
Dag 9
May 2024
- Lesson with
14 slides
NT2
ISK
Dag 9
May 2024
- Lesson with
14 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Dag 9
August 2024
- Lesson with
14 slides
NT2
ISK