Basisstof 6: DNA technieken

1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide


Lesplan



  • Korte herhaling basisstof 5
  • Uitleg basisstof 6
  • Quiz 
  • Aan de slag

Slide 2 - Slide

Wat weet je nog over:
Basisstof 5

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Wat is het fenotype en hoe kan het fenotype veranderen?

Slide 8 - Open question

Dit zijn de
chromosomen
van een...
A
Man
B
Vrouw

Slide 9 - Quiz

Fenotype
Genotype

Slide 10 - Drag question

DNA : ACTCGATTACCG
Wat is de tegenovergestelde DNA streng?
timer
0:30
A
TGAGCATTAGGC
B
TGAGCTAATGGC
C
ACTTCGTACGGT
D
TGCGCTCCTGGC

Slide 11 - Quiz

Wat is een gen?
A
Een erfelijke eigenschap.
B
Een deel van het DNA wat de Een erfelijke eigenschap.informatie bevat voor één erfelijke eigenschap.
C
Een deel van een chromosoom dat de informatie bevat voor één erfelijke eigenschap.
D
Een deel van een chromosoom wat de informatie bevat voor twee erfelijke eigenschappen.

Slide 12 - Quiz

Waarom heeft een mutatie in een geslachtscel een groter gevolg dan een mutatie in een lichaamscel?

Slide 13 - Open question

Een albino is een mutant.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Leg uit wat
natuurlijke selectie is

Slide 15 - Open question

                                              De evolutietheorie gaat uit van:

1. variatie in        .................. 

2.      ......................             selectie

3. het       .....................           van nieuwe soorten en    ..........................       van soorten
Bij evolutie speelt ook  de     ..................................   in het genotype bij een soort een rol.
                        In elk soort komen in het genotype  ................................     verschillen voor. 

Soms is zo'n verschil handig om te ................................ 

ontstaan

natuurlijke

overleven

verandering

verdwijnen

genotype

toevallige

Slide 16 - Drag question

Welke van de volgende organismen zal het best fossiliseren?
A
Een worm die na het sterven aan de lucht blijft blootgesteld.
B
Een worm die na het sterven van de lucht wordt afgesloten door sedimenten.
C
Een kever die na het sterven aan de lucht blijft blootgesteld.
D
Een kever die na het sterven van de lucht wordt afgesloten door sedimenten.

Slide 17 - Quiz