De leerlingen die één of meerdere toetsjes hebben gemist, moeten zich na de les bij mij melden om afspraken te maken!
Slide 2 - Slide
Stroomkringen in huis
Serieschakeling - Stroomsterkte (I) is overal hetzelfde - Spanning (U) verschilt per lamp/apparaat
Parallelschakeling - Stroomsterkte (I) is niet overal hetzelfde - Spanning (U) is voor elk apparaat/lamp
Slide 3 - Slide
Stroomkringen (in huis)
Spanning: Utot = U1 = U2 = U3 = U4 = 230 V
Stroomsterkte: Itot = I1 + I2 + I3 + I4 + ...
Vermogen: Ptot = P1 + P2 + P3 + P4 + ...
OF Ptot = U x Itot
Slide 4 - Slide
Energieverbruik berekenen
E = P x t
E = energie in joule (J)
P = vermogen in watt (W)
t = tijd in seconden (s)
P = E/t
DUS: 1 W is gelijk aan 1 J/s
LET OP: Bij elektrische apparaten is de energie vaak uitgedrukt in kWh
Slide 5 - Slide
DEMO: Werking van een transformator
Slide 6 - Slide
Omhoog en omlaag transformeren
Met een transformator kan je de spanning zowel omhoog als omlaag transformeren
Hoe de spanning verandert, hangt af vaan het aantal windingen van de twee spoelen
U = spanning in volt (V)
N = het aantal windingen van de spoel
Slide 7 - Slide
Belangrijk om op te merken
De twee spoelen zijn geïsoleerd en er gaat dus geen stroom via het ijzer van de eerste naar de tweede spoel! De energie wordt overgegeven via de magnetische velden.
Slide 8 - Slide
Een ideale transformator
Slide 9 - Slide
Stappenplan berekeningen doen
Schrijf de gegevens op die je weet en welk gegeven je moet berekenen (LET OP: omrekenen naar juiste eenheid!)
Schrijf de formule op die je moet gebruiken
Vul de getallen in de formule in en bereken
ZET DE EENHEID ACHTER JE ANTWOORD! (anders krijg je geen punten)
Slide 10 - Slide
Huiswerk
- Maken opgavenblad Magister
- Neem hoofdstuk 1 door en noteer de onderwerpen/begrippen die je nog niet (goed) begrijpt