Lewy body syndroom

Lewy body dementie
Ontregeling in het denken
1 / 22
next
Slide 1: Slide
VerpleegkundeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lewy body dementie
Ontregeling in het denken

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Hoofddoel:
Oefenen met de benadering van een argwanende patiënt met Lewy Body dementie. Dit door de bewoner in het hier en nu te houden.

Subdoelen:
- De student kan 3 punten benoemen volgens het 'Zakboek Verpleegkundige Diagnosen (Carpenito, 2018)' wat belangrijk is in een gesprek met een bewoner met Lewy Body dementie.

- Aan het einde van de les heeft de student geoefend om een bewoner met Lewy Body dementie, tijdens een gesprek, in het hier en nu te houden.

Slide 2 - Slide

Theorie
Bekijk de afbeelding en op de volgende solide het filmpje over Lewy body dementie.

Hierna volgen er quizvragen!

Slide 3 - Slide

0

Slide 4 - Video

Wat is de oorzaak van Lewy-Body dementie?
A
Bloedvoorziening in de hersenen is verstoord
B
Abnormale eiwitaanslagen in de hersenen
C
Genetisch afsterven van hersenencellen
D
Eiwitaanslagen en atrofie van de hersenen

Slide 5 - Quiz

Uitleg oorzaak Lewy Body dementie
Bij iemand met Lewy body dementie bevinden zich zogenaamde Lewy bodies in de zenuwcellen van de hersenen. Dit zijn speciale eiwitafzettingen. Onderzoekers denken dat deze Lewy bodies ontstaan als een hersencel gevaar loopt, bijvoorbeeld omdat er een giftige stof aanwezig is. 

Bij Lewy body dementie zitten de afwijkingen voornamelijk in de hersenschors. Lewy body dementie is in het overgrote deel van de gevallen niet erfelijk.

Slide 6 - Slide

Lewy Body dementie begint vaak met geheugenproblemen en verspreidt zich daarna.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Wat zijn kenmerken van Lewy Body Dementie?
(Meerdere antwoorden zijn goed)
A
Hallucinaties
B
Slechte vaten
C
Bewegingsstoornissen
D
ziekte kan stabiliseren

Slide 8 - Quiz

Hoe herken je Lewy body dementie?
A
Lewy body dementie is te herkennen aan dat diegene niet meer kan lopen.
B
Lewy body dementie is te herkennen aan schommelingen in iemands lichamelijke achteruitgang.
C
Lewy body dementie is te herkennen aan schommelingen in iemands spraakgebied.
D
Lewy body dementie is te herkennen aan schommelingen in iemands geestelijke achteruitgang.

Slide 9 - Quiz

Iemand met Lewy body dementie heeft in het begin geen geheugenproblemen of moeite met het uitvoeren van handelingen.
Maar wat valt dan wel op?
A
Vaak valt het op dat iemand een eetstoornis stoornis krijgt. Ook kan iemand visuele hallucinaties krijgen: hij ziet dingen die er niet zijn.
B
Vaak valt het op dat iemand spraak stoornissen krijgt. Ook kan iemand visuele hallucinaties krijgen: hij ziet dingen die er niet zijn.
C
Vaak valt het op dat iemand aandacht stoornissen krijgt en Parkinson
D
Vaak valt het op dat iemand aandacht stoornissen krijgt. Ook kan iemand visuele hallucinaties krijgen: hij ziet dingen die er niet zijn.

Slide 10 - Quiz

Uitleg verloop en kenmerken Lewy Body dementie
De geestelijke achteruitgang kan bij iemand met Lewy body dementie van dag tot dag sterk wisselen. Iemand met Lewy body dementie heeft in het begin vaak geen geheugenproblemen, maar bijvoorbeeld aandacht stoornissen of hallucinaties (hij ziet dingen die er niet zijn. Ook zijn er vaak verschijnselen van de ziekte van Parkinson, zoals tremoren (beven van bijvoorbeeld handen), stijfheid en afwijkende manier van lopen.  

Slide 11 - Slide

Casus
Je loopt stage op de psychosomatische afdeling van het verpleeghuis. 
Samen met Denise ga je meneer Jansen wassen, een patiënt met  Lewy Body dementie. Meneer is bedlegerig en moet op bed verzorgd worden.
Bij binnenkomst kijkt hij je erg argwanend aan. Denise vertelt dat jullie hem samen komen helpen deze ochtend, waarop zijn reactie is: 'Van de wal in de sloot zeker'... Je ziet zijn argwanende blik. Denise gaat hier tegenin en zegt, nee natuurlijk niet meneer... maar voor ze uitgepraat is zie je zijn arm jouw kant op gaan en kan je deze nog net ontwijken...

Slide 12 - Slide

Hoe zou jij omgaan met een patiënt met (Lewy Body) dementie die argwanend is of iets wil wat niet realistisch is?

Slide 13 - Mind map

DSM-5 classificatie

Dementie valt onder de neurocognitieve stoornissen (DSM-5)
  (vastgesteld door arts/psychiater)

  1. Dementie is een combinatie van symptomen.
  2. Hersencellen krimpen of verbindingen raken beschadigd.
  3. Snelheid is afhankelijk van soort hersenziekte.
  4. 50 soorten dementie, waaronder Lewy Body dementie.


Slide 14 - Slide

Verpleegkundige diagnose
Als verpleegkundige behandel je de reactie van het menselijk lichaam op de ziekte. En de gevolgen die deze ziekte heeft op het leven van de patiënt.    

Lewy Body dementie:
DSM-5 (arts): neurocognitieve stoornissen
Nanda (Vpk): o.a. chronische verwardheid bij gestoorde evaluatie van de werkelijkheid t.g.v. degeneratie van neuronen in de hersenen.
 

Slide 15 - Slide

De interventie
Interventie: wat zou je kunnen doen bij een patiënt 
met Lewy Body dementie die chronisch verward is en daardoor argwanend is of weerstand biedt?

De interventie waar we mee gaan oefenen
"Oefenen met vaardigheden om de patiënt in het hier en nu
 te houden om zo de argwaan of weerstand te verminderen."


Slide 16 - Slide

Filmfragment
Op de volgende slide is een filmfragment, de bewoner wordt op 2 manieren aangesproken. Bekijk wat je opvalt over:
- de houding van zowel bewoner als begeleider.
- het effect van de 2 manieren van aanspreken.



Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Houding en vaardigheden

Wel doen
  • Oogcontact maken.
  • Gevoelens serieus nemen.
  • Vriendelijke gezichtsuitdrukking.
  • Spreek rustig met korte zinnen.
  • Eerst oogcontact maken, voordat je iemand aanraakt.
  • Iedere handeling uitleggen, benoemen.
  • Geef niet meer dan één advies of taak tegelijk. 
  • Stel niet meer dan één vraag tegelijk.                                       (Twee vragen onthouden lukt niet meer.)
  • Help de dementerende met tijdsoriëntatie door regelmatig op te merken:
         - "Het is nu half elf, koffietijd".
         - "Het is vandaag donderdag uw dochter komt vanmiddag                  langs".
  • Praat mee als er iets gezegd wordt wat niet klopt en houdt zelf de grote lijn van het gesprek in de gaten.


Niet doen
  • Wel waar/ niet waar-discussie voeren
  • Doorvragen als de persoon het niet meer weet.
  • Blijven stimuleren wat de persoon niet meer kan.
  • Testsituaties (zorgt voor nog meer onzekerheid):
           - hoe oud bent u?
           - wat heeft u gisteren gegeten?
           - hoeveel kinderen heeft u?
           - weet u nog hoe ik heet?
  • Verbeteren wanneer iets gezegd wordt wat niet klopt,



Schrik niet wanneer de persoon vreemde antwoorden geeft.

Leidt meestal tot spanningen, onrust en irritatie. 

Slide 19 - Slide

Oefenen met de interventie: 
De patiënt in het hier en nu houden...
  1. Vorm een tweetal.
  2. Eén persoon is de verpleegkundige en de ander de bewoner.
  3. Speel casus 1 uit: 
  4. Noem als 'bewoner' 2 tops en 2 tips aan de hand van de vorige slide.
  5. Speel casus 2 uit:
  6. Herhaal stap 4.



Casus 1
Mevrouw Vogelzang zit aan tafel, het eten staat voor haar. Ze wil het niet eten want volgens haar is het eten niet meer goed en wordt ze vergiftigd. Volgens haar was het de vorige twee keer ook al niet goed gegaan en is ze daar erg ziek geweest.
Casus 2
Je loopt stage op de psychosomatische afdeling van het verpleeghuis. Samen met Denise ga je meneer Jansen wassen, een patiënt met het Lewy Body syndroom.
Bij binnenkomst kijkt hij je erg argwanend aan. Denise vertelt dat jullie hem samen komen helpen deze ochtend, waarop zijn reactie is: 'Van de wal in de sloot zeker'... Je ziet zijn argwanende blik...
Neem voor je de casus uit gaat spelen, minimaal 2 minuten de tijd om je goed in je rol te verplaatsen!
  • Hoe wil jij als VPK reageren?
  • Wat is de houding van de cliënt? Wat zou hij wel/ niet fijn vinden?

Slide 20 - Slide

Evaluatie:
Benoem 3 punten volgens het 'Zakboek Verpleegkundige Diagnosen (Carpenito, 2018)' wat belangrijk is in een gesprek met een bewoner met Lewy Body dementie.

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Video