What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
les 22 - H2 - lunes 25 de noviembre 2024
Les 22 - H2 - lunes 25 de noviembre 2024
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
24 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
80 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Les 22 - H2 - lunes 25 de noviembre 2024
Slide 1 - Slide
¿Qué hacemos hoy? (Wat doen we vandaag?)
* Jullie krijgen portfolio-opdracht 2 terug
* We kijken het huiswerkblad na over het vervoegen van de regelmatige werkwoorden in het Spaans
* Herhaling uitleg ww in het Spaans
* Blooket met belangrijke werkwoorden
* Korte break
* Werkwoorden 'ser' - 'estar' - 'tener'
Slide 2 - Slide
Respuestas huiswerkblad
escuchar
comer
escribir
escucho
como
escrib-o
escuch-as
com-es
escrib-es
escuch-a
com-e
escrib-e
escuch-amos
com-emos
esrib-imos
escuch-áis
com-éis
escrib-ís
escuch-an
com-en
escrib-en
Slide 3 - Slide
Respuestas huiswerkblad
1. ama 2. escucho 3. cantas
4. mira 5. cocinamos
Slide 4 - Slide
Respuestas huiswerkblad
6. tomas 2. habláis 3. bailan
4. tocamos 5. termina
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Werkwoorden op -er
Je haalt de laatste twee letters van het hele werkwoord weg: beber
Je houdt dan
beb
over (=de stam)
Daarachter zet je de juiste uitgangen!
Slide 7 - Slide
Werkwoorden op -ar
habl-ar
spreken
trabaj-ar
werken
estudi-ar
studeren
escuch-ar
luisteren
compr-ar
kopen
Voorbeeldzinnen:
Mi mamá habl
a
francés.
Estudi
o
español.
Trabaj
amos
en el supermercado.
Mi hermano compr
a
una casa.
Escuch
o
música hiphop.
Slide 8 - Slide
Woordenschat oefenen
play.blooket.com/play
Spaanse werkwoorden
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
ser & estar
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Ser betekent 'zijn'
Te gebruiken in de
volgende omstandigheden:
identiteit
(nationaliteit, geslacht, beroep, afkomst)
tijd, datum, dagen en gebeurtenissen
bepaald
materiaal
waarvan iets gemaakt is
het aangeven van
eigendom
Slide 13 - Slide
Estar (ergens zijn/zich bevinden)
Het werkwoord 'estar' betekent zijn, op de manier van
ergens zijn
' - zich bevinden
Estoy en la escuela
Estoy en el cine
Estoy en el trabajo
Madrid está en el centro de España
Slide 14 - Slide
Estar
Het werkwoord 'estar' wordt ook gebruikt bij het uitdrukken van een
gemoedstoestand
!
Estoy bien Het gaat goed met mij
Estoy feliz Ik ben gelukkig
Estoy nervioso /-a Ik ben zenuwachtig
¿Estás triste? Ben je verdrietig?
Estoy enfermo / -a Ik ben ziek
Slide 15 - Slide
Verschil tussen 'soy' en 'estoy'
Soy Laura.
Soy profesora.
Soy de España.
Soy una persona alta (=lang).
Málaga es una ciudad.
Estoy en la escuela.
Estoy en casa.
Estoy en el parque.
Estoy en Francia.
Estoy feliz.
Estoy bien.
Málaga está en el sur de España.
Zien jullie het verschil???
Slide 16 - Slide
El verbo
TENER
(hebben)
Yo
Tengo
Tú
Tienes
Él/ella/usted
Tiene
Nosotros
Tenemos
Vosotros
Tenéis
Ellos/ellas/ustedes
Tienen
Slide 17 - Slide
¿Cuántos años tienes?
Hoe oud ben je?
Ik ben ... jaar (oud).
Tengo ... años
Slide 18 - Slide
¡A trabajar! - Oefening 25a+25b
Op
bladzijde 59 van je werkboek
vind je oefeningen 25a + 25b
Maak beide oefeningen + kies daarbij de
juiste vorm van de werkwoorden
'ser' en 'estar'
timer
8:00
Slide 19 - Slide
Respuestas 25a
Hola, yo
soy
Carmen
Sandra
es
mi compañera de clase
El Parque de Retiro y la plaza de Cibeles
son
...
Oye (=luister) Carmen, ¿
eres
madrileña?
Hola chicas, ¿
sois
amigas de Ana?
Mis tiendas favoritas
son
Zara y Mango.
Slide 20 - Slide
Respuestas 25b
Ahora yo
estoy
en el centro de Madrid.
Ahora Sandra y yo
estamos
en la tienda ...
La estatue (=standbeeld) la placa de kilómetro cero
están
el
están
en la Puerta del Sol.
Oye, Sandra ¿
estás
por la primera vez en Madrid?
Hola chicos, ¿dónde
estáis
vuestros (=jullie) libros?
Mis tiendas favoritas
están
en la calle Fuencarral.
Slide 21 - Slide
Oefening 25c - WB blz. 59
Schrijf
in je schrift de juiste vormen van 'tener' en 'ir' op
Bladzijde
59 van je werkboek
timer
6:00
Slide 22 - Slide
Los deberes (di 26 november)
Doorlezen bron J (grammatica) - TB blz. 48
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
More lessons like this
les 23 - H2 - martes 26 de noviembre 2024
1 day ago
- Lesson with
18 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Verschil tussen SER - ESTAR - HAY
June 2022
- Lesson with
25 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Repaso
November 2022
- Lesson with
31 slides
Spaans
MBO
Studiejaar 1
Capítulo 3-Bezittelijk voornaamwoorden + tegenwoordige tijd (presente)
December 2023
- Lesson with
15 slides
Spaans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Repaso
November 2022
- Lesson with
34 slides
Spaans
MBO
Studiejaar 1
04: ser/estar/hay
October 2024
- Lesson with
23 slides
Spaans
MBO
Studiejaar 1
02_ser_intro_estar
September 2024
- Lesson with
35 slides
Spaans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
8. HAY + ESTAR
July 2023
- Lesson with
17 slides
Spaans
MBO
Studiejaar 1