Mon sport

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Mon sport

Période 4

Période 4

• 18 mei: s.o. voca et expressions
• 25 mei: luistertoets
• 8 juni: mondeling 'mon sport'
• week 25: SE - week

Weektaak

• Nakijken tâche 1
• Maken tâche 2
• Zesde uur: luistervaardigheid oefenen via woots.

pour parler des activités

Jouer à et faire de

Jouer à / de + faire de

• parler des activités
• spelletjes, sporten en  muziek spelen
• voorzetsels à + de horen erbij

Jouer à / de

• teamsporten (je joue au rugby)
• muziek (il joue de la guitare, il joue du piano)
• spelletjes (ils jouent aux jeux vidéos)

à + le = au

de + le = du

à + les = aux

de + les = des

de + la blijft hetzelfde, à + la blijft hetzelfde

Faire de

• alle sporten (je fais du foot, ils font de l'escrime)
• muziek (il fait de la guitare, il fait du piano)
• huishoudelijke klusjes (tu fais de la vaiselle)
• géén spelletjes, daar gebruik je jouer voor

de + le = du

de + les = des

de + la blijft hetzelfde, de + l' blijft hetzelfde

Zeg dat je piano speelt (meerdere antwoorden kunnen goed zijn)

1. je joue de le piano
2. je joue au piano
3. je fais au piano
4. je fais du piano

Zeg dat je gamet (meerdere antwoorden zijn mogelijk)

1. je joue aux jeux vidéos
2. je fais des jeux vidéos
3. je joue à les jeux vidéos
4. je joue des jeux vidéos

Zeg dat je gitaar speelt (la guitare)

Zeg dat je basketbalt (2x) (le basket)

Fatiguant: 

Blessé: 

Muscles: 

Coeur:

Règles de jeu:

Copains: 

Une heure par jour: 

Comptez en français

Comment faire?

• kan je tot 20 tellen?
• ken je de tientallen?
• weet je wanneer je 'ET' gebruikt
• weet je wanneer er een streepje staat
• ken je de 'gekke getallen'

Gekke getallen

• 70: soixante - dix
• 80: quatre - vingts 
• 90: quatre - vingts - dix

Wanneer streepje?

• Altijd tussen tiental en eenheden, behalve 21, 31, 41
• trente-trois, quarante-cinq

30?

40?

50?

60?

57?

82?

00:15

Marcher, courir, pédaler, jouer au foot...
Welke sporten worden hier benoemd?

00:56

Welke voordelen van sporten heb je gehoord of gezien?

01:01

Wat is niet altijd makkelijk?
(apprendre les règels et les respecter)

1. Spelregels snappen en tegen je verlies kunnen
2. Zonder overtredingen spelen
3. Op tijd komen op de training
4. Beleefd blijven tegen de scheids

01:10

Wat doet 'endorphine'?

01:20

Welk voordeel wordt nog meer genoemd?

01:27

Sur terre, dans l'eau ou en plein air: waar kun je sporten beoefenen?

01:36

Le médecin conseille de faire du sport une heure par jour. Wat raadt de dokter aan?

1. Een half uur per dag te sporten
2. Minimaal 1 sport te beoefenen
3. Buiten te sporten
4. Een uur per dag te sporten