Manieren om iemand te beschrijven
Karakter --> hij/zij
is:
- aardig/slim/grappig/sportief/vrolijk/lief
Uiterlijk --> hij/zij is:
- jong/oud/knap/mooi/groot/klein/sterk
Uiterlijk --> hij/zij heeft:
- groene/blauwe ogen \ kleine/grote neus/oren \ kort/lang/blond/bruin/gekruld haar
Kleding --> hij/zij draagt:
- wit t-shirt / blauwe spijkerbroek / rode jurk / zwarte schoenen