Les 2: Cultuur

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 4

Cultuur

Vandaag

Normen en waarden +/- 15 min.

Opdracht +/- 15 min.

Cultuur +/- 10 min.

Typisch Nederlands +/- 10 min.

Lesdoelen

Aan het einde van de les: 

1. Kan ik verschillende waarden en bijpassende normen benoemen,

2. kan ik benoemen wat een cultuur kenmerkt,

3. Kan ik benoemen wat de Nederlandse cultuur kenmerkt,

Normen en waarden

1. Welke waarden zijn belangrijk voor jullie toekomstige beroep?
   
2. Welke waarden vind jij belangrijk?
3. Welke normen passen bij de gekozen waarden?

Opdracht

+/- 15 min.

Opdracht:

In twee- of drietallen

• Wat kenmerkt een cultuur?
• Wat kenmerkt de Nederlandse cultuur?
• Welke normen en waarden passen bij de Nederlandse cultuur?
• Welke kenmerken van andere culturen zou je graag meer willen zien in de Nederlandse cultuur?

Cultuur

Van Dale; 

Het geheel van normen, waarden, tradities, regels, kunstuitingen, gedragingen etc. van een land, volk of groep.

• Het land waar je bent opgegroeid.
  
• Het dorp, de stad of de buurt waar je vandaan komt.
  
• De opleiding die je volgt.
  
• Je opvoeding.
  
• De vrienden met wie je omgaat.
  
• De taal die je spreekt.

Kenmerken

• De cultuur is constant in ontwikkeling
  
• Cultuur wordt van generatie op generatie doorgegeven
  
• De cultuur is bij geen volk gelijk
  
• Cultuur is iets dat alleen bij groepen voorkomt
  

Vragen bij filmpje

1. Wat is typisch Nederlands volgens deze mensen?

2. Ben je het hier mee eens of oneens?

Typisch Nederlands

Dat wat de mensen denken bepaalt de cultuur

Of

De cultuur bepaalt wat de mensen denken

Lesdoelen

Aan het einde van de les: 

1. Kan ik verschillende waarden en bijpassende normen benoemen,

2. kan ik benoemen wat een cultuur kenmerkt,

3. Kan ik benoemen wat de Nederlandse cultuur kenmerkt,

Voor de volgende les

Verschillende culturen

Hoeveel verschillende nationaliteiten zijn er in dit lokaal aanwezig denk je?

Wat is kenmerkend voor de cultuur van jouw nationaliteit?

Voel jij je onderdeel van de Nederlandse cultuur?

1. Ja
2. Nee
3. Een beetje

'Nieuwkomers moeten zich altijd aanpassen aan het land waar ze komen te wonen.'