MH14 woe 15-1-2025

MH14 woe 15-1-2025
Het huiswerk was:
Leren groene theorie blz 210. Blz 211 maken opdr 3, 4, 5 en 7. Leren aantek woordsoorten.
- nakijken huiswerk blz 211
-uitleg zww en hww blz 214
-maken opdr 2, 3, 5 en 6 blz 214/ 215

1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

MH14 woe 15-1-2025
Het huiswerk was:
Leren groene theorie blz 210. Blz 211 maken opdr 3, 4, 5 en 7. Leren aantek woordsoorten.
- nakijken huiswerk blz 211
-uitleg zww en hww blz 214
-maken opdr 2, 3, 5 en 6 blz 214/ 215

Slide 1 - Slide

Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord

Slide 2 - Slide

Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
Doel:
  • Je kunt zelfstandige werkwoorden herkennen in een zin.
  • Je kunt hulpwerkwoorden herkennen in een zin.

Slide 3 - Slide

Zelfstandig werkwoord (zww)
Een zelfstandig werkwoord (zww) 
-kan in z'n eentje - zelfstandig dus - het WG vormen
-geeft echt betekenis aan de zin
-kun je NIET weglaten uit de zin
-als er één ww in de zin staat, dan is dat het zww
vb: De hond eet mijn gebakje op.

Slide 4 - Slide

Hulpwerkwoord (hww)
Soms wordt het zelfstandig werkwoord een handje geholpen door een ander werkwoord. Zo'n werkwoord heet een hulpwerkwoord (hww). 
- het hulpwerkwoord kun je weglaten
-helpt het gezegde te vormen
-als er meerder ww in de zin staan, dan is de pv altijd HWW
-doe de weglaatproef en kijk welk ww je kunt weglaten-> dat is het HWW
vb: De hond heeft (hww) mijn gebakje opgegeten (zww)
vb: De hond wil (hww) mijn gebakje gaan(hww) opeten (zww).

Slide 5 - Slide

Lezen & Maken: 
Lezen groene theorie par 6 blz 214
Maken opdr 2, 3, 5 en 6

Slide 6 - Slide

Zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik heb gegeten
heb = .....
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 7 - Quiz

Zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik word bekeken
bekeken = .....
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 8 - Quiz

De politie heeft drugslabs ontmanteld in Brabant en Limburg.
A
heeft= hulpwerkwoord
B
ontmanteld=hulpwerkwoord

Slide 9 - Quiz

zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik heb gefietst
gefietst = .....
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 10 - Quiz

Ineke gaat naar de stad.
gaat = ?
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 11 - Quiz

Hij heeft die opdracht moeten maken. 
heeft

moeten

maken
hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord

Slide 12 - Drag question

Wij hadden misschien met dat project mee kunnen doen 
hadden

kunnen

meedoen
hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord

Slide 13 - Drag question

Zij zou wel een nieuwe jas willen kopen
zou

willen

kopen
hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord

Slide 14 - Drag question

Noteer alle werkwoorden van de zin:
Els wil graag een keer gaan bungeejumpen.
timer
0:30

Slide 15 - Open question

Wat is het zelfstandige werkwoord van de zin:
Els wil graag een keer gaan bungeejumpen.

Slide 16 - Open question

Noteer alle werkwoorden van de zin:
Had je mijn fietssleutel niet beter in je portemonnee kunnen bewaren?

Slide 17 - Open question

Wat is het zelfstandige werkwoord van de zin:
Had je mijn fietssleutel niet beter in je portemonnee kunnen bewaren?

Slide 18 - Open question

Noteer het zww van de zin.
Op koningsdag vieren wij in Nederland de verjaardag van de koning.

Slide 19 - Open question

Wat is het zww van deze zin?
Op koningsdag vieren wij in Nederland de verjaardag van de koning.

Slide 20 - Open question

Noteer het hulpwerkwoord
Hij heeft een milkshake gemaakt.

Slide 21 - Open question

Wat is het hulpwerkwoord uit de volgende zin? Sanne wilde graag haar moeder helpen.

Slide 22 - Open question

Maak een zin waarbij 'trainen' het zelfstandig werkwoord is.

Slide 23 - Open question