H3.4_Wat speelt er op de arbeidsmarkt? _ Andersom

H3: Hoe werken markten?

timer
2:00
1 / 28
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

H3: Hoe werken markten?

timer
2:00

Slide 1 - Slide

H 3.4: Wat speelt er op de arbeidsmarkt?

  • Lesdoelen par. 3.4 / korte instructie
  • Doorlezen par.3.4
  • Oefenen met opdrachten/huiswerk
  • Uitleg 
  • Huiswerk
  • Reflectie

Slide 2 - Slide

H 3.4: Lesdoelen
  • Je kunt de aanbodzijde van de arbeidsmarkt beschrijven.
  • Je kunt de vraagzijde van de arbeidsmarkt beschrijven.
  • Je kunt uitleggen dat vraag en aanbod op de arbeidsmarkt niet altijd goed op elkaar aansluiten.
  • Je kunt prijsvorming op de arbeidsmarkt beschrijven en in relatie brengen met het minimumloon. 



Slide 3 - Slide

Huiswerk volgende les
Maken opdrachten 
48, 49, 51, 52, 53 en 56




timer
15:00

Slide 4 - Slide

Uitleg en instructie...

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Arbeidsmarkt
De arbeidsmarkt is het geheel van vraag naar
en aanbod van arbeid.

De vraag is de werkgelegenheid (bezette banen en
vacatures) en het aanbod is de beroepsbevolking
(werkzaam en werkloos vanaf 15 jaar tot 
pensioenleeftijd).

De prijs van arbeid is het loon dat tot stand komt
als gevolg van de marktwerking van vraag en
aanbod. Dit marktevenwicht heet loonvorming.

Slide 7 - Slide

Arbeidsmarkt
Het totaal van aanbod van arbeid en vraag naar arbeid.

Ruime arbeidsmarkt
Krappe arbeidsmarkt

Slide 8 - Slide

Beroepsbevolking
Mensen die werken (betaald of onbetaald) of werk zoeken en tussen de 15 jaar en pensioenleeftijd zijn.

---> aanbod van arbeid

Slide 9 - Slide

Werkgelegenheid
  • De vraag naar arbeid bepaalt de werkgelegenheid
  • De werkgelegenheid bestaat uit alle arbeidsplaatsen bij bedrijven en de overheid
  • De werkgelegenheid kan worden uitgedrukt in:

-Werkgelegenheid in personen
-Werkgelegenheid in arbeidsjaren


Slide 10 - Slide

Werkgelegenheid
De werkgelegenheid (vraag naar arbeid) kun je berekenen in personen en in arbeidsjaren.




Voorbeeld:
In een bedrijf werken 6 voltijd medewerkers (36 uur per week) en 3 parttimers die bij elkaar 54 uur per week werken. Wat is de werkgelegenheid in personen en in arbeidsjaren? 
  • werkgelegenheid in personen : 6 + 3 = 9 personen
  • werkgelegenheid in jaren is: 6 hele arbeidsjaren en 54 ÷ 36 = 1,5 arbeidsjaar van  parttimers, in totaal zijn er 7,5 arbeidsjaren

Slide 11 - Slide

Beroepsbevolking / Werkgelegenheid

Slide 12 - Slide

Werkloosheid
Als op de arbeidsmarkt het aanbod (beroepsbevolking) groter is dan de vraag naar arbeid (werkgelegenheid) is er werkloosheid. Er zijn 2 soorten werkloosheid:
  • conjunctureel (tijdelijk)
       - door dalende bestedingen
  • structureel (langdurig)
       - door verplaatsing productie of
       - vervanging arbeid door machines

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Loonvorming
Als de vraag en aanbod van arbeid
aan elkaar gelijk zijn, is er
sprake van evenwicht in loon.

Slide 16 - Slide

Minimumloon
De overheid grijpt in op de arbeidsmarkt om ongewenste effecten te voorkomen.

Een voorbeeld van ongewenste effecten zijn
te lage prijzen op de markt waardoor sommige
lonen onder het bestaansminimum komen.
De overheid grijpt dan in met het minimumloon.


Slide 17 - Slide

Zijn er vragen???

Slide 18 - Slide

Huiswerk volgende les

Maken opdrachten par. 3.4:
48, 49, 51, 52, 53 en 56

Extra: 
Rekenopdrachten (blz 100)
1, 2, 3, 11, 13 en 15


Slide 19 - Slide

Zijn de lesdoelen behaald?
  • Je kunt de aanbodzijde van de arbeidsmarkt beschrijven.
  • Je kunt de vraagzijde van de arbeidsmarkt beschrijven.
  • Je kunt uitleggen dat vraag en aanbod op de arbeidsmarkt niet altijd goed op elkaar aansluiten.
  • Je kunt prijsvorming op de arbeidsmarkt beschrijven en in relatie brengen met het minimumloon. 

Probeer de lesdoelen te beantwoorden en geef een toelichting!



Slide 20 - Slide

Wie zijn de aanbieders op de arbeidsmarkt?
A
de beroepsbevolking
B
de consumenten
C
de producenten
D
de bedrijven en de overheid

Slide 21 - Quiz

Hoort een 58-jarige die vroegtijdig met pensioen gaat bij de beroepsbevolking?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

Hoort een onbetaalde stagiair bij de beroepsbevolking?
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quiz

Welk effect heeft een vergrijzende bevolking op de arbeidsmarkt?
A
Het aanbod van arbeid krimpt
B
Het aanbod van arbeid groeit
C
Het aanbod van arbeid blijft gelijk

Slide 24 - Quiz

In een bedrijf werken 2 fulltimers (40 uur per week) en een parttimer (10 uur per week).
Wat is de werkgelegenheid in arbeidsjaren?
A
2 arbeidsjaren
B
2,25 arbeidsjaren
C
2,5 arbeidsjaren
D
3 arbeidsjaren

Slide 25 - Quiz

Wanneer is er sprake van werkloosheid
A
als de vraag kleiner is dan het aanbod op de arbeidsmarkt
B
als de vraag gelijk is aan het aanbod op de arbeidsmarkt
C
als de vraag groter is dan het aanbod op de arbeidsmarkt
D
er is nooit sprake van werkloosheid

Slide 26 - Quiz

Wat is de prijs van arbeid?
A
euro
B
prijs
C
loon
D
geld

Slide 27 - Quiz

Een minimum loon heeft als doel de loonvorming te corrigeren voor te lage lonen.
Het minimum loon is in dat geval ...
A
lager dan de loonvorming
B
gelijk aan de loonvorming
C
hoger dan de loonvorming
D
niet nodig

Slide 28 - Quiz