23-24 marketing theorie p2 les concurrentie prijs

• Marketing
• MBO
• Studiejaar 1

€1,99 en €4,99 en €9,99 zijn allemaal voorbeelden van

1. snob pricing
2. psychologische prijzen
3. meervoudige prijzen

Hoe noem je producten waarvan de vraag stijgt op het moment dat de prijs stijgt?

1. veblen goederen
2. premium goederen
3. specialty goods

De consument beleeft een bedrag van €500 als hoger dan een bedrag van €499. Dit 'fenomeen' noemen we prijsillusie.

1. Waar
2. Niet waar

Studenten krijgen op vertoon van hun studentenkaart 2 bier voor de prijs van 1 tijdens de donderdag-stapavond. We spreken hier van prijsdiscriminatie.

1. Waar
2. Niet waar

Bij het lokale Chinese restaurant zijn de afhaalmaaltijden goedkoper dan wanneer je hetzelfde gerecht ter plekke op eet. We spreken hier van

1. Prijsdiscriminatie
2. Prijsdifferentiatie

Als je samen met je oma met de bus reist, betaal jij een hogere prijs dan je oma. We spreken hier van...

1. Prijsdiscriminatie
2. Prijsdifferentiatie

Rafael, Sjaantje, Kaan en Megan gaan met zijn allen naar Six Flags. Megan en Kaan besluiten een fast pass te kopen zodat zij niet zo lang in de rij hoeven te wachten.

De rest koopt een regulier kaartje. Er is hier sprake van...

1. Prijsdiscriminatie
2. Prijsdifferentiatie

Dönerland op Brabantplein bestaat vandaag 10 jaar. Sieb en Kaj gaan in de pauze daar hun lunch halen. Vanwege het 10-jarig jubileum krijgen ze 2 broodjes voor de prijs van 1.

Deze actie behoort tot de categorie:

1. Vaste klanten korting
2. Meervoudige prijzen
3. Prijsillusie

The Phone House heeft een tijdelijke actie: je kunt je oude telefoon inwisselen voor een nieuwe. Doe je dit, dan krijg je 25% korting op je nieuwe telefoon. Deze korting noemen we:

1. Abonneekorting
2. Vaste klanten korting
3. Inruilkorting
4. Relatiekorting

Bij costplus pricing hou je rekening met de prijzen van concurrenten.

1. Waar
2. Niet waar

Target pricing kun je gebruiken als je een monopolist of marktleider bent.

1. Waar
2. Niet waar