Nederlands h4

Nederlands h4
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands h4

Slide 1 - Slide

Wat is een hoofdzaak?
A
Belangrijke informatie over een onderwerp
B
Samenvatting
C
Informatie die minder belangrijk is.

Slide 2 - Quiz

Ik hou van Italiaans eten, zoals pizza en pasta.
'zoals pizza en pasta' is dit een hoofdzaak of bijzaak?
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 3 - Quiz

Een tekst heeft de volgende titel:

Hoe controleer je je loonstrookje?

Welk tekstdoel past daarbij?
A
Amuseren
B
Instrueren
C
Overtuigen

Slide 4 - Quiz

Wat is de betekenis van figuurlijk taalgebruik?
A
iets niet letterlijk nemen, maar een beeld gebruiken
B
precies doen zoals het er staat

Slide 5 - Quiz

Timo heeft een hart van goud.
A
Letterlijk
B
figuurlijk

Slide 6 - Quiz

Pak je tas en loop naar buiten.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 7 - Quiz

Aantekeningen
Tijdens het luisteren of lezen kun je aantekeningen maken. Je schrijft dan de hoofdzaken kort op. Aantekeningen helpen je om de informatie te onthouden. Je kunt ze later bijvoorbeeld gebruiken om vragen over de tekst te beantwoorden. Of voor het maken van een samenvatting.

Slide 8 - Slide

Welk woord past op de lege plek?

Gisteren kwamen wij te laat .... het regende.

Slide 9 - Open question

Je hebt een sollicitatiegesprek voor een bijbaan in een dierenwinkel.
A
Informeel gesprek
B
Formeel gesprek

Slide 10 - Quiz

Je hebt een uitnodiging voor je verjaardag naar je vrienden gestuurd, wat is je tekstdoel?
A
Overtuigen
B
Instrueren
C
Informeren
D
Amuseren

Slide 11 - Quiz

Je moet leren voor een toets op school en hebt in de klas niet goed opgelet, welke strategie pas je toe?
A
Verkennend
B
Zoekend
C
Intensief

Slide 12 - Quiz

Woon je in Hengelo?
A
open vraag
B
gesloten vraag

Slide 13 - Quiz