Voltooide deelwoorden gebruikt als bijvoeglijk naamwoord
Zwak werkwoord:
-Net zoals bij een ‘gewoon’ bijvoeglijk naamwoord (bv. goed + e = goede dus: gepoetst +e =gepoetste).
-Zo simpel mogelijk, maar ook goed kijken en luisteren wat er staat (bv. FOUT = de gerede prinses GOED = de geredde prinses).
Sterke werkwoord: Het voltooid deelwoord blijft hetzelfde, dus eindigt op
-en (bv. sluiten = de gesloten deur) Onthoud: sterk genoeg om van klinker te veranderen.