Chapitre 3 2 havo E en F

Chapitre 3 2 havo E en F


Biarritz, Nouvelle-Aquitaine
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Chapitre 3 2 havo E en F


Biarritz, Nouvelle-Aquitaine

Slide 1 - Slide

le temps, la date, l'heure
Quel temps fait-il?
Quelle est la date?
Quelle heure est-il?

Slide 2 - Slide

Les devoirs
faites: exercice 17 à 20 
apprenez: vocabulaire E
répétez: grammaire D


Slide 3 - Slide

Les devoirs
21 t/m 23
leren vocabulaire F

Slide 4 - Slide

Les objectifs
 Ik kan schrijven over iets dat ik wil kopen.
Ik kan een vragen over een video beantwoorden als ik meerdere keren mag kijken.
Ik kan een tekst begrijpen over mode.
 
 

Slide 5 - Slide

Les couleurs
Rose
Rouge
Blanc(he)
Vert
Gris
Clair(e)
Orange
Violet
Noir
Foncé(e)
Jaune
Bleu
licht
donker

Slide 6 - Drag question

Les chaussettes noires
le pantalon beige
la jupe beige
le pull bleu
les baskets rouges et blanches
les lunettes (de soleil) noires
les bottes noires
la robe bleue
le manteau rose
la chemise bleue foncée

Slide 7 - Drag question

Au travail
Voorkennis:
- Timéo doet mee aan een spel Tour de l'Europe en dix jours.
- Hij gaat na Londen, Brussel, Amsterdam nu filmen in Parijs.
- Timéo is zijn telefoon verloren in de taxi. 
- Zijn vrienden Gabriel, Jade & Lina helpen hem.
Regardez la vidéo!

Slide 8 - Slide

Au travail
21 à 23

Slide 9 - Slide

La pharmacie
Le supermarché
Le magasin de mode
La boulangerie
Le magasin de sport

Slide 10 - Drag question

Parler
1. On va à la / au (noem een winkel)
2. D'accord, on y va!
1. Qu'est-ce que tu veux acheter?
2. Je veux acheter (noem 2 producten)

timer
3:00

Slide 11 - Slide

Lire: Parle-moi de ton look
Au travail: 24 t/m 27

Slide 12 - Slide

écrire
Beschrijf de persoon op de foto.
Elle / Il aime porter ...
Elle / Il porte (souvent/toujours) ...
Il / Elle a les cheveux ... et les yeux ...

Slide 13 - Slide

écrire
1. Schrijf dat je een groene broek wil kopen.
2. Schrijf op welke maat je hebt.
3. Schrijf op dat de broek te klein is.
4. Vraag naar de prijs.
5. Bedank en neem afscheid



Slide 14 - Slide

écrire
1. Je voudrais acheter ce pantalon vert.
2. Je fais du M.
3. Dommage, le pantalon est trop petit.
4. Il coûte combien?
5. Merci et au revoir!



Slide 15 - Slide

Tout compris?
 Ik kan schrijven over iets dat ik wil kopen.
Ik kan een vragen over een video beantwoorden als ik meerdere keren mag kijken.
Ik leer een manier om woordjes te leren. 
 

Slide 16 - Slide

Les devoirs
Répétez: vocabulaire A & B & E + phrases C
Apprenez: vocabulaire F
Faites: exercice 21 à 27 (E & F)

Slide 17 - Slide