Les 7.4.1 ontleedbare stoffen: samengestelde ionen
Slide 10 - Slide
Leerdoelen 7.4
7.4.1 Je kunt de namen en notaties van een aantal veelvoorkomende samengestelde ionen geven.
7.4.2 Je kunt beschrijven wat een samengesteld ion is.
7.4.3 Je kunt beschrijven uit welke deeltjes zouten zijn opgebouwd.
7.4.4 Je kunt uitleggen dat de totale positieve lading in een zout gelijk is aan de totale negatieve lading.
7.4.5 Je kunt de verhoudingsformule van zouten met meervoudige ionen opstellen.
Slide 11 - Slide
Samengestelde ionen
Enkelvoudig ion: een elektrisch geladen deeltje dat uit één atoomsoort bestaat.
Samengesteld ion: een elektrisch geladen deeltje dat uit meerdere atoomsoorten bestaat.
Slide 12 - Slide
Samengestelde ionen
Enkelvoudig ion: een elektrisch geladen deeltje dat uit één atoomsoort bestaat.
Samengesteld ion: een elektrisch geladen deeltje dat uit meerdere atoomsoorten bestaat.
Slide 13 - Slide
Samengestelde ionen
Enkelvoudig ion: een elektrisch geladen deeltje dat uit één atoomsoort bestaat.
Samengesteld ion: een elektrisch geladen deeltje dat uit meerdere atoomsoorten bestaat.
Slide 14 - Slide
opstellen verhoudingsformule met samengestelde ionen
Zelfde stappen als opstellen zouten.
..... maar..... wanneer een samengesteld ion meer dan één keer voorkomt, zet je haakjes om het ion heen (haal de lading wel weg!)
Slide 15 - Slide
Samen oefenen
Calciumnitraat
Ca2+ en NO3–
1x en 2x (worden beide lading 2)
Ca(NO3)2
Ammoniumfosfaat
NH4+ en PO43-
3x en 1x (worden beide lading 3)
(NH4)3PO4
Slide 16 - Slide
Dominospel
Klaar? Maken opgave 3 t/m 8 (vanaf blz 39)
Slide 17 - Slide
3
a) Zn(OH)2
b) Na2SO4
c) NH4Cl
d) Pb(SO4)2
e) FeSO4
f) Mg3(PO4)2
Slide 18 - Slide
4
a) natriumfluoride
b) ijzer(II)bromide
c) calciumoxide
d) kaliumsulfaat
e) magnesiumoxide
f) tinfosfaat
g) ammoniumfosfaat
Slide 19 - Slide
5
a) In een verhoudingsformule van een zout is de totale lading van depositieve ionen gelijk aan de totale lading van de negatieve ionen.De lading van het kalium-ion is 1+. De lading van het cyanide-ion moetdus 1− zijn.
b) CN-
Slide 20 - Slide
6
a) NH4NO3
b) A
Slide 21 - Slide
7
Het zink-ion heeft een lading van 2+. De hydroxide-ionen hebben een lading 1−. Vier hydroxide-ionen hebben een lading van 4 × 1− = 4−. Het zinkaat-ion heeft dus een lading van 4− + 2+ = 2−.
Slide 22 - Slide
8
In de verhoudingsformule van een zout is de totale lading van de positieve ionen gelijk aan de totale lading van de negatieve ionen. Omdat aluminium-ion 3+ geladen is, en twee keer in de formule staat, dus er een totale lading van 6+ is... moet er ook een totale lading van 6- zijn. Het manganaat-ion staat 3x in de formule.
De formule van het manganaat-ion moet dan zijn: MnO42−.