In het Nederlands zetten we de, het of een voor een zelfstandig naamwoord. Het zijn onze lidwoorden.
In het Engels heb je er maar twee
the = de, het
Voorbeeld: het huis = the house, de deur = the door, de auto = the car, het oog = the eye
a of an = een
Voorbeeld: een man = a man, een kat = a cat, een arm = an arm, een eiland = an island
Je ziet dat je soms a en soms an schrijft. Je schrijft an als het woord in het Engels begint met een klinker en a als het met een medeklinker begint.
een arm = an arm, een oom = an uncle, een oog = an eye