Klas 2A gymn Freitag, den 10. Dezember 2021

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Freitag, den 10. Dezember 2021

• Willkommen
• Nachsehen Hausaufgaben
• Ziele dieser Unterrichtsstunde
• Hören
  
• Grammatik üben: rangtelwoorden
• Schreibecke + E-Mail schreiben
• Grammatik üben: Modalverben
• Tag der deutschen Einheit
• Hören
• Hausaufgaben
• Zum Schluss

Nachsehen Hausaufgaben:

Aufgabe 15.2 Seite 102

Aufgabe 14.3 Seite 100 -> aantal leerlingen nog niet ingeleverd!!!  -> inleveren via mail: [e-mail]

Ziele dieser Unterrichtsstunde:

• Je kunt de rangtelwoorden in het Duits toepassen.
• Je kunt tijdens het luisteren vragen beantwoorden.
  
• Je kunt oefenen met de Modalverben en möchten.
• Je weet wat de aandachtspunten zijn voor het schrijven van een e-mail in het Duits.
• Je kunt vragen beantwoorden na het lezen van een tekst.

Hören                Seiten 100-101

Aufgabe 14.4 

• Gezamenlijk lezen in leiding.
• Wat moeten we doen tijdens het luisteren? Bij A?
• Wat moeten we doen bij B?

zevenenzestigste
Vertalen in het Duits.

achtste
Vertalen in het Duits.

29.
Schrijf het getal voluit in het Duits.

Schreibecke  Seite 105

Aufgabe 17.1

• Gezamenlijk lezen bron 17 TB Seite 42
• Lees goed de vragen.
• Haal de antwoorden uit bron 17.
• Klaar: Wörterlisten/Plauderecken leren, in WRTS/Quizlet zetten.
• Bespreken Aufgabe 17.1

E-Mail schreiben

• Staat er na de aanhef een komma, dan wordt de 1e zin met een kleine letter geschreven, behalve bij een zelfstandig naamwoord.
• Na de afsluitende groet komt in het Duits geen komma.
• Hallo/Beste André -> Lieber André
• Hallo/Beste Lisette -> Liebe Lisette

Grammatik üben:

Modalverben + möchten

Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten bij de Modalverben en bij möchten?

-> iedereen schrijft deze punten op zonder te overleggen!!!

Betekenis Modalverben:

• dürfen = mogen, toestemming hebben
• können = kunnen, in staat zijn tot
• mögen = houden van, lusten, aardig vinden
• müssen = moeten/noodzaak -> het kan niet anders

Betekenis Modalverben:

• sollen = moeten/bevel, wil van een ander
• wollen = willen
• wissen = weten
• möchten = zou graag willen

(möchten andere vorm van mögen)

möchten
betekenis

mögen
betekenis

dürfen
betekenis

Du .... dein Zimmer aufräumen!

1. sollst
2. musst

Sie .... ihre Hausaufgaben machen. Sie braucht eine gute Note.

1. soll
2. muss

Ich .... nicht ob ich ich Lust habe.

1. wisse
2. wiss
3. weiße
4. weiß

Hier (mag men) .... nicht rauchen.

1. darf man
2. kann man
3. mag man
4. möchte man

Tag der deutschen Einheit

Seite 43 TB

Gezamenlijk lezen

Seite 108 AB

• Aufgabe 19.1
• Zelfstandig maken
• Klaar: Leren Wörterlisten, Plauderecken + Schreibecke
• Bespreken Aufgabe 19.1

Hören   Seiten 106-107

Aufgabe 18.2   Heiligabend

Gezamenlijk lezen inleiding Aufgabe 18.2

Wat moeten we doen voor het luisteren?

GP bespreken

Hausaufgaben:

Lernen: Wörterliste A+B     Seiten 46-47

Lernen: Grammatik TB Seite 45 Modale werkwoorden en möchten

Lernen: Grammatik Rangtelwoorden Seite 46 TB

Lernen: Verschil ja en doch TB Seite 45

Lernen Plauderecke A+B Seiten 40-41 TB -> invoeren in WRTS of Quizlet

Schreibecke TB Seite 42 + aantekeningen e-mail.

Machen:

Aufgabe 18.1 Seite 106

Tip: Plauderecke A in WRTS of Quizlet zetten!!!

Zum Schluss:

• Wat waren de doelen van vandaag.

LessonUP

• Pak je mobiel.
• Ga naar Play Store.
• Zoek op: LessonUP → met icoontje raket.
• Installeren en openen.
• Code invoeren:          slobd 
• Vul je emailadres van school in.
• Bedenk een wachtwoord vul deze twee keer in (noteer dit wachtwoord op een veilige plek!!!!!)
• Je voor- en achternaam invullen.