3T H10 Grafieken

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Grafieken

Hoofdstuk 10

Fred gaat met een vriend bowlen. Het huren van de baan kost 20 euro voor de hele avond. Een drankje 2 euro per stuk.

Welke formule kun je gebruiken om te berekenen hoeveel Fred aan het eind van de avond moet afrekenen?

1. y=20+2x
2. y=22x
3. y=2+20x
4. y=2x−20

Wat moet je weten?

• Lijngrafiek of puntgrafiek
  
• Som- en verschilgrafieken tekenen
• Periodieke grafiek tekenen
• Amplitude, evenwichtsstand, periode, frequentie

Fred gaat met een vriend bowlen. Het huren van de baan kost 20 euro voor de hele avond. Een drankje 2 euro per stuk.

Welke grafiek hoort hierbij?

1. Grafiek 1
2. Grafiek 2
3. Grafiek 3
4. Geen van deze grafieken

Wat past bij deze grafiek?

1. x-as : tijd (minuten) y-as: liter water in het zwembad
2. x-as: aantal personen y-as: aantal kano's
3. x-as: gewicht envelop (grammen) y-as: prijs voor versturen
4. x-as: tijd (jaren) y-as: lengte Fred (cm)

1. 
2. 
3. 

Welke getallen komen onderin de tabel?
Geef je antwoord zo: 1-2-3-4 (zonder spaties!)

Geef de somformule zo kort mogelijk.

SOM

VERSCHIL

y = -3x + 1

y = -x + 5

Periodiek of niet?

1. ja
2. nee

Wat is de periode?
Geef alleen het getal.

Wat is de amplitude?

Wat is de evenwichtsstand?

Wat is de evenwichtsstand?

Wat is de frequentie per week ?

Teken een periodiek grafiek waarvoor geldt:
periode = 2 minuten
amplitude = 3 meter
evenwichtsstand = 4 meter

Vragen ??

Volgende week maandag: herhalen H 8.