4.4 Transport en energie

1 / 28
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welkom!
Boeken op tafel (werkboek 4.3)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Hoe noem je de stappen van ontwerp naar productie tot en met de verkoop van een product?

Slide 4 - Open question

In wat voor een land wordt een spijkerbroek ontworpen en verkocht?
A
Periferie
B
Semi periferie
C
Centrum

Slide 5 - Quiz

Welke landen ontwikkelen zich snel waardoor er veel vraag naar luxere producten is?
A
Periferie landen
B
Centrum landen
C
Semi periferielanden

Slide 6 - Quiz

Is de afbeelding CO2 verhogend op verlagend?......
A
Verhogend
B
Verlagend

Slide 7 - Quiz

Leerdoelen
  • Je weet dat het verbranden van fossiele brandstoffen zorgt voor meer CO2 in de lucht;
  • Je begrijpt waarom duurzame energiebronnen minder bijdragen aan klimaatverandering
  • Je kunt oplossingen bedenken waardoor we minder CO2 gaan uitstoten 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Energie
  • Met Energie bedoelen we niet alleen stroom.

  • Verwarming en beweging (van bijvoorbeeld een auto of trein) kosten ook energie.

Slide 10 - Slide

Voetafdruk van energie
  • Gebruik van energie vergroot je voetafdruk.

  • Hoe groot de invloed is hangt af van welke energie je gebruikt.

  • We kunnen energie maken van grondstoffen zoals olie en gas.

  • Biomassa is ook een grondstof. Dit is hout, tuinafval en speciaal voor energie gekweekte gewassen.

  • En we kunnen energie maken van wind en zonlicht. 

Slide 11 - Slide

Energieproductie kan ook leiden tot milieuvervuiling. Bijvoorbeeld door vrijkomend CO2. In de brugklas leerde je wat dat voor het klimaat betekent: klimaatverandering

Slide 12 - Slide

Energie van grondstoffen die niet worden aangevuld heet fossiele energie. Het kan dus op raken. VB: olie en gas.

Slide 13 - Slide

Energie van grondstoffen die niet opraken noemen we duurzame energie of groene energie. VB: windenergie, aardwarmte. 

Slide 14 - Slide

Is de afbeelding CO2 verhogend op verlagend?
A
Verhogend
B
Verlagend

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Milieu-uitputting
Je weet dat het (onverstandig) gebruiken van grondstoffen kan leiden tot milieu-uitputting. Hoe zit dat bij deze vormen van energie-opwekking?
Altijd duurzaam
Nooit duurzaam

Soms duurzaam
Stoken op olie en gas
Gebruiken van biomassa
Gebruik van zon en wind
Stroom opslaan in accu's

Slide 17 - Drag question

Energie heeft een grote invloed op de voetafdruk. Veel landen willen klimaatneutraal worden. Dat betekent dat er voor hun energieproductie geen milieu-uitputting en milieuvervuiling meer mag zijn. Daarvoor moet veel veranderen. We noemen deze veranderingen de energietransitie.

Slide 18 - Slide

Waarom nu niet alles duurzaam?
  • Veel mensen willen dat alle energie duurzaam wordt. Toch gebeurt dat niet.

  • Het maken van nieuwe duurzame energiecentrales is heel erg duur. Iemand moet dat betalen.

  • Er is niet altijd zon of wind. Ook in een windstille nacht hebben we stroom nodig.

  • Accu's zijn zwaar en duur, en bovendien zijn er zeldzame grondstoffen voor nodig.

Slide 19 - Slide

Aan de slag
4.4 opdracht 1 t/m 7.
Eerste 10 minuten in stilte

Daarna samenwerken en vragen stellen!
timer
10:00

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Transport en energie
Ik ben erachter gekomen dat ik toch nog een vraag heb over het vorige onderwerp (produceren)
Ik wil graag meer weten of heb vragen over: fossiele brandstoffen en CO2 uitstoot
Ik wil graag meer weten of heb vragen over: duurzame energiebronnen
Ik wil graag meer weten of heb vragen over: klimaatverandering
Ik wil graag meer weten of heb vragen over: oplossingen om minder CO2 uit te stoten
Ik begrijp de hele paragraaf
Ik maak graag eerst zelf de opdrachten en kom er daarna op terug

Slide 22 - Poll

Slide 23 - Video


Waarom moet er eerst bezuinigd worden op energiegebruik, voordat we kunnen beginnen met de energietransitie?
A
Dat hoeft niet, groene energie kunnen we zoveel gebruiken als we willen.
B
Door te bezuinigen sparen we geld wat we kunnen investeren in groene energie.
C
Onze huidige fabrieken, lampen en verwarmingen werken niet goed op groene energie.
D
We gebruiken nu meer energie dan we ooit duurzaam kunnen opwekken.

Slide 24 - Quiz


Er is niet altijd genoeg zon en wind. De vorige vraag ging over bezuinigen op energiegebruik. Waarom is er dan nog steeds niet genoeg zon en wind?
A
Als de wind gaat liggen en er komen wolken voor de zon, zou de stroom uit kunnen vallen.
B
Door teveel van de zon en wind te gebruiken is er straks misschien te weinig zonlicht over.
C
Er zijn nu nog te weinig zonnepanelen en windmolens. Die moeten we eerst nog maken.
D
Zelfs als de zon fel schijnt en het waait heel hard, hebben we nog niet genoeg energie.

Slide 25 - Quiz


Waterstof maken we van water en.. elektriciteit. Is waterstof dan wel duurzaam?
A
Ja, omdat bij het gebruik van waterstof alleen waterdamp vrijkomt.
B
Soms, het hangt er vanaf hoe we de elektriciteit die we hiervoor gebruiken opwekken.
C
Nee, als we dit doen kan het zijn dat al het water op raakt.
D
Nee, want ook bij waterstof worden er gassen uitgestoten.

Slide 26 - Quiz


Biomassa levert gas op. Als we dit gas verbranden, komt toch CO2 vrij. Waarom noemen we dit dan toch 'groen gas'?
A
De CO2 die bij groen gas vrijkomt, is eerder al door planten uit de lucht gehaald.
B
De naam groen gras slaat op de kleur van plantenafval, verder is dit gas niet duurzaam.
C
Omdat bij gas van biomassa alleen maar waterstofgas vrijkomt.
D
We noemen dit groen gas omdat het ervoor zorgt dat we minder afval hebben.

Slide 27 - Quiz


We moeten juist minder olie, gas en kolen uit de grond halen. Geothermie komt ook uit de grond. Is dat dan wel een goede oplossing?
A
Ja, want bij geothermie halen we alleen warm water naar boven en verbranden we niks.
B
Ja, want geothermie zit minder diep in de aarde dan olie, gas en kolen.
C
Soms, het hangt er vanaf of we de warmte ook weer terug onder de grond stoppen.
D
Nee, geothermie is fossiel en daarom niet duurzaam.

Slide 28 - Quiz