Thema 2 Extra stof 6 en 7 KGT

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 2

Extra Stof 6: Voedselbederf

Wat gaan we vandaag doen?

Verwachtingen

Les doelen 2.6

Om over na te denken

Uitleg basisstof 2.6

Lesdoelen check (filmpje)

Lesdoelen 2.7

Uitleg basisstof 2.7

Lesdoelen check

Aan de slag!

Verwachtingen

Respect voor elkaar​

Stil zijn tijdens de uitleg​

Vinger opsteken als je een vraag hebt​

Actieve werkhouding​

Lesdoelen

Aan het einde van de les kan je...

Tenminste 4 manieren benoemen om voedselbederf tegen te gaan.

Om over na te denken...

Hoeveel voedsel wordt er in Nederland in een jaar weggegooid?

Voedselvergiftiging

Bacterien en schimmels groeien op voedsel en zorgen ervoor dat voedsel bederft. Mensen kunnen ziek worden van het eten van bedorven voedsel. 

Salmonellabacteriën

Salmonellabacteriën komen voor op rauwe dierlijke producten zoals vlees en op rauwe groente en fruit. 

De bacterie vermenigvuldigd snel bij een temperatuur tussen de 20 en 30 graden. 

Een besmetting van het salmonellabacterie tast de dunne darm aan en zorgt voor een ontsteking. 

Klachten hiervan zijn diarree, buikpijn, en koorts. De klachten ontstaan binnen 12-36 uur en duren vaak tussen de twee en drie dagen. 

Voedselbederf tegen gaan

• Invriezen
• Pasteuriseren
• Steriliseren
• Vacuüm verpakken
• Drogen
• Conserveermiddelen toevoegen 

Invriezen

• Temperatuur verlagen naar -20 graden
• Enkele weken tot maanden houdbaar
• Bacteriën en schimmels kunnen niet voorplanten
• Na ontdooien gelijk gebruiken en niet opnieuw invriezen 

Pasteuriseren

Verhitten tot 72 graden.

Langer houdbaar maar niet alle schimmels en bacteriën zijn dood. Bewaren in de koelkast

Steriliseren

Verhitten tot 130-140 graden.

Verpakt en na verhit.

Langer houdbaar, ook buiten de koelkast

Vacuüm verpakken

• Alle lucht uit de verpakken zuigen
• Bacteriën en schimmels kunnen niet voorplanten door de afwezigheid van zuurstof

Drogen

• Water uit een voedingsmiddel onttrekken
• Bacteriën en schimmels kunnen niet voorplanten
• Voorbeeld: Melkpoeder

Conserveermiddelen, kleur-, geur-, en smaakstoffen

Conserveermiddelen worden toegevoegd om de leefomgeving voor bacteriën en schimmels minder gunstig te maken. Voorbeelden zijn suiker, zout, zuur, stikstof of sulfiet toevoegen. Denk aan bijvoorbeeld suiker in jam.

Kleur-, geur- en smaakstoffen worden toegevoegd om een voedingsmiddel aantrekkelijker te maken. Deze stoffen helpen niet tegen voedselbederf. De stoffen kunnen zowel natuurlijk als kunstmatig zijn. Voorbeeld is kleurstof uit spinazie. Kunstmatige stoffen worden gemaakt in de fabriek. 

Lesdoel check: Tenminste 4 manieren benoemen om voedselbederf tegen te gaan.

Welke 8 manieren worden er in het filmpje genoemd om voedsel langer te kunnen bewaren?

8 manieren van voedsel bewaren uit het filmpje...

1. Invriezen (kou)
2. roken (warmte en rook)
3. Pekelen (zout)
4. Gedroogd (uitdrogen)
5. Zuur 
6. Onder een vet laag
7. Inblikken (door hitte verwarmen)
8. Vriesdrogen (dubbel veilig)

Extra Stof 7: Nadenken over eten

Lesdoelen

Aan het einde van de les kan je...

...Tenminste twee voorbeelden geven waar voor minder vlees eten beter is voor de gezondheid en het milieu.

Minder vlees eten

Vegetariër, veganisten, flexitariër

Waarom?

• Respect voor dieren
• Gezondheid
• Milieu
• Geloof

Vleesvervangers

• Vlees vervangen door eiwitrijke producten zoals peulvruchten en noten
• Voordelen: Verlaagd risico op gezondheid, minder belastend op het milieu
• Nadelen: Vitamine B12 en ijzer tekort

Vleesvervangers

Producten die lijken op vlees in uiterlijk, smaak, samenstelling en voedingswaarde maar gemaakt zijn van plantaardige ingrediënten zoals sojabonen of granen.

Lokaal vlees

• Vlees rechtstreeks van de boer uit jouw omgeving
• Voordeel: Weinig transport, minder bewerkt vlees, dieren zijn beter gehouden
• Nadeel: klant moet extra rijden, duurder

Lesdoelen

Aan het einde van de les kan je...

...Tenminste twee voorbeelden geven waar voor minder vlees eten beter is voor de gezondheid en het milieu.

Aan de slag! Thema 2.6 en 2.7

Wat? 2.6 Maken va blz. 131:      1-2-3-4-5

            2.7 Maken va blz.136:       1-2-3-4-5

Hoe?   Online of in je boek. Alleen of fluisterend samen met je buur.

Hulp?  Vragen aan je buur of de docent.

Tijd?  Tot het 5 minuten voor het einde van de les

Uitkomst, wat doen we ermee? De belangrijkste vragen bespreken. Je kan random de beurt krijgen.

Klaar? Maak online de test-je-zelf thema 2.6 en 2.7