Vaardigheden: Verhoudingstabel gebruiken

Inloop
-Ga rustig op een plek zitten (plattegrond)
-Open je laptop en ga inloggen in LessonUp

Spullen nodig voor vandaag:
-Laptop
-Pen of Potlood
-Rekenmachine

1 / 32
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Inloop
-Ga rustig op een plek zitten (plattegrond)
-Open je laptop en ga inloggen in LessonUp

Spullen nodig voor vandaag:
-Laptop
-Pen of Potlood
-Rekenmachine

Slide 1 - Slide

Vaardigheden
Verhoudingstabel

Slide 2 - Slide

Lesplanning
Leerdoel: 
Terugblik: Informatie uit tekst halen                                                 (5min)
Voorkennis: Verhoudingstabel                                                            (5min)
Instructie: Verhoudingstabel toepassen                                        (10min)
Begeleid inoefenen: Bordvragen maken                                         (10min)
Zelfstandig oefenen: Werkblad                                                            (10min)
Samenwerken: Vragen van elkaar controleren
Evaluatie:                                                                                                          (5min)

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
1. Ik kan grootheden uit een tekst halen


2. Ik kan de grootheden in een verhoudingstabel zetten


3. Ik kan rekenvragen beantwoorden met de hulp van een verhoudingstabel

Slide 4 - Slide

Terugblik
Informatie haal je uit de tekst met deze vijf stappen:
Stap 1: Lees de tekst om te begrijpen waar deze over gaat.
Stap 2: Lees de vraag en kijk eerst wat je moet doen
Stap 3: Bepaal welke informatie je nodig hebt om de vraag te kunnen beantwoorden.
Stap 4: Schrijf de informatie op die je nodig hebt.
Stap 5: Gebruik deze informatie om de vragen te beantwoorden.

Slide 5 - Slide

Je wilt iets kopen van 800 euro. Je hebt al 200 euro en je wilt een jaar lang elke maand sparen. Hoeveel moet je per maand sparen?
Stap 1: Lees de tekst om te begrijpen waar deze over gaat.
Stap 2: Lees de vraag en kijk eerst wat je moet doen
Stap 3: Bepaal welke informatie je nodig hebt om de vraag te kunnen beantwoorden.
Stap 4: Schrijf de informatie op die je nodig hebt.
Stap 5: Gebruik deze informatie om de vragen te beantwoorden.
Stap 1: Lees de tekst om te begrijpen waar deze over gaat.
Stap 2: Lees de vraag en kijk eerst wat je moet doen
Stap 3: Bepaal welke informatie je nodig hebt om de vraag te kunnen beantwoorden.
Stap 4: Schrijf de informatie op die je nodig hebt.
Stap 5: Gebruik deze informatie om de vragen te beantwoorden.

Slide 6 - Open question

Voorkennis

Slide 7 - Slide

Voorkennis
Je krijgt 27 euro per maand. Hoeveel euro krijg je na 22 maanden?
Vul in:
Euro
Maand
27
1
22
594

Slide 8 - Drag question

Doe je laptop dicht

Slide 9 - Slide

Instructie (2/3)
Een groenteboer verkoopt 5 kg aardappelen voor €7,50. Hoeveel kost 
8 kg aardappelen?
Stap 1: Lees de vraag en kijk goed wat ze vragen
Stap 2: Bepaal de twee grootheden die nodig zijn voor de berekening

Slide 10 - Slide

Instructie (1/3)
Als je niet weet wat je op een som moet schrijven of hoe je een som
moet aanpakken kan je altijd een verhoudingstabel gebruiken
Hoe doe je dat?


Stap 1: Lees de vraag en kijk goed wat ze vragen
Stap 2: Bepaal de twee grootheden die nodig zijn voor de berekening
Stap 3: Vul de grootheden in de tabel
Stap 4: Noteer de informatie die je al weet in de tabel
Stap 5: Geef aan welke informatie je nog zoekt in de tabel
Stap 6: Bereken de ontbrekende informatie met behulp van de tabel
Procenten, km, euro, minuten, dagen, maanden, enz

Slide 11 - Slide

Instructie (2/3)
Een groenteboer verkoopt 5 kg aardappelen voor €7,50. Hoeveel kost 
8 kg aardappelen?
Stap 3: Vul de grootheden in de tabel
Stap 4: Noteer de informatie die je al weet in de tabel
Euro
KG

Slide 12 - Slide

Instructie (2/3)
Een groenteboer verkoopt 5 kg aardappelen voor €7,50. Hoeveel kost 
8 kg aardappelen?
Stap 3: Vul de grootheden in de tabel
Stap 4: Noteer de informatie die je al weet in de tabel
Euro
7,50
KG
5

Slide 13 - Slide

Instructie (2/3)
Een groenteboer verkoopt 5 kg aardappelen voor €7,50. Hoeveel kost 
8 kg aardappelen?
Stap 5: Geef aan welke informatie je nog zoekt in de tabel
Stap 6: Bereken de ontbrekende informatie met behulp van de tabel
Euro
7,50
?
KG
5
8

Slide 14 - Slide

Instructie (3/3)
Een fabriek produceert 1.200 producten per maand en maakt daarbij 
totale kosten van €36.000. Wat zijn de kosten per product?
Stap 1: Lees de vraag en kijk goed wat ze vragen
Stap 2: Bepaal de twee grootheden die nodig zijn voor de berekening
Stap 3: Vul de grootheden in de tabel
Stap 4: Noteer de informatie die je al weet in de tabel
Stap 5: Geef aan welke informatie je nog zoekt in de tabel
Stap 6: Bereken de ontbrekende informatie met behulp van de tabel

Slide 15 - Slide

Doe je laptop open

Slide 16 - Slide

Begeleid inoefenen
Stap 1: Lees de vraag en kijk goed wat ze vragen
Stap 2: Bepaal de twee grootheden die nodig zijn voor de berekening

Slide 17 - Slide

Welke twee grootheden worden gevraagd?
Stap 1: Lees de tekst om te begrijpen waar deze over gaat.

Stap 1: Lees de tekst om te begrijpen waar deze over gaat.

A
Euro en procent
B
Werkende vrouwen en procenten
C
Werkende vrouwen en euro
D
Uur en euro

Slide 18 - Quiz

Begeleid inoefenen
Stap 3: Vul de grootheden in de tabel
Stap 4: Noteer de informatie die je al weet in de tabel

Slide 19 - Slide

Begeleid inoefenen
Vul de informatie die je al weet in de tabel
Werkende vrouwen
Procent
4190000
100

Slide 20 - Drag question

Begeleid inoefenen
Stap 5: Geef aan welke informatie je nog zoekt in de tabel
Stap 6: Bereken de ontbrekende informatie met behulp van de tabel

Slide 21 - Slide

Werkende vrouwen
4190000
Procenten
100
Begeleid Inoefenen
Vul de informatie in die je nog nodig hebt
?
1131300
1

Slide 22 - Drag question

Bereken (?)
Werkende vrouwen
4190000
1
1131300
Procenten
100
?

Slide 23 - Open question

Beantwoordt deze vraag
A
11,90
B
32,10
C
36,50
D
39,60

Slide 24 - Quiz


Stap 1: Lees de vraag en kijk goed wat ze vragen
Stap 2: Bepaal de twee grootheden die nodig zijn voor de berekening
Stap 3: Vul de grootheden in de tabel
Stap 4: Noteer de informatie die je al weet in de tabel
Stap 5: Geef aan welke informatie je nog zoekt in de tabel
Stap 6: Bereken de ontbrekende informatie met behulp van de tabel

Slide 25 - Open question

Doe je laptop dicht

Slide 26 - Slide

Zelfstandig oefenen
Jullie krijgen nu een werkblad met rekensommen. Probeer zelf de sommen te maken. 
Anders vraag mij of je buurman/buurvrouw voor hulp. 

1. Bereken de sommen met behulp van de verhoudingstabellen
2. Jullie krijgen hiervoor 15 minuten
3. Klaar? Dan mag je het werk van je buurman/buurvrouw nakijken
4. Ook klaar? Dan mag je rustig een boek lezen of gamen tot het einde van de timer


Slide 27 - Slide

Zelfstandig oefenen




Klaar? Dan mag je het werk van je buurman/buurvrouw
nakijken
Ook klaar? Dan mag je rustig een boek lezen of 
gamen tot het einde van de timer

timer
15:00
Stap 1: Lees de vraag en kijk goed wat ze vragen
Stap 2: Bepaal de twee grootheden die nodig zijn voor de berekening
Stap 3: Vul de grootheden in de tabel
Stap 4: Noteer de informatie die je al weet in de tabel
Stap 5: Geef aan welke informatie je nog zoekt in de tabel
Stap 6: Bereken de ontbrekende informatie met behulp van de tabel

Slide 28 - Slide

Nakijken
1. Eenvoudige verhoudingen                                     2. Omrekenen met een verhoudingstabel




3. Kortingen en schaalverhoudingen                                                                  4. Uitdagende toepassingen
10 euro
2,40 euro
10,50 euro
30 euro
900 flessen
24,5 Liter
1,60 euro
21 kg
437,50 gram
240 km
600 stoelen
5 kg

Slide 29 - Slide

Huiswerk
Geen huiswerk

Slide 30 - Slide

Evaluatie
Wat vonden jullie van de les?


Wat vond ik van de les?


Wat kunnen we anders doen?

Slide 31 - Slide

Lesafsluiting
Jullie mogen opruimen.

Lever je werkblad bij mij in bij de deur




Volgende les: Economische teksten begrijpen

Slide 32 - Slide