Voca E overhoren

Voca E
Parfois mon frère veut seulement (slapen)
1 / 32
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with text slides.

Items in this lesson

Voca E
Parfois mon frère veut seulement (slapen)

Slide 1 - Slide

slapen = dormir

Slide 2 - Slide

de ruzie

Slide 3 - Slide

la dispute

Slide 4 - Slide

belangrijk

Slide 5 - Slide

important(e)

Slide 6 - Slide

ik wil

Slide 7 - Slide

je veux

Slide 8 - Slide

zien

Slide 9 - Slide

voir

Slide 10 - Slide

aankomen

Slide 11 - Slide

arriver

Slide 12 - Slide

het station

Slide 13 - Slide

la gare

Slide 14 - Slide

stoppen

Slide 15 - Slide

arrêter

Slide 16 - Slide

vertellen

Slide 17 - Slide

raconter

Slide 18 - Slide

vreselijk

Slide 19 - Slide

terrible

Slide 20 - Slide

de berg

Slide 21 - Slide

la montagne

Slide 22 - Slide

de vrijheid

Slide 23 - Slide

la liberté

Slide 24 - Slide

het eiland

Slide 25 - Slide

l'île

Slide 26 - Slide

Les phrases clés: Traduisez vertaal de zinnen in je schrift.
1 Wat heb je gedaan deze winter?
2 Ik ben naar België geweest met mijn ouders.
3 Ik heb gesurft en ik heb gezwommen.
4 Hoe was het?
5 Het was geweldig.
6 Hebben jullie gekampeerd?
7 Nee wij hebben niet gekampeerd.
8 Wij zijn naar een hotel geweest.
9 Heb je Frans gesproken.
10 Ja ik heb Frans en te veel Nederlands gesproken.

Slide 27 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord:
Rijtje overnemen
Exemples:

de eerste schooldag = 
het huis = 
de rugtas = 
de zus = 
de broer = 

Slide 28 - Slide

Hoe kunnen we hier een bezittelijk voornaamwoord van maken?
We passen de passé composé ook meteen toe:

1 Hij heeft mijn huis gehuurd
Vertaal: Hij heeft gehuurd
Vertaal: mijn huis

Slide 29 - Slide

De rugtas = 
Geven = 

Zij heeft zijn rugzak gegeven
Vertaal: Zij heeft gegeven
Vertaal: zijn rugzak

Slide 30 - Slide

De zus = 
is geweest =
in Engeland = 

Mijn zus is in Engeland geweest



Slide 31 - Slide

broer = 
heeft gekampeerd = 


Haar broer heeft gekampeerd in Frankrijk




Slide 32 - Slide