semantiek

Associëren
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Associëren

Slide 1 - Slide

Waarom maken we nu associaties (verbindingen)? Waarom is dat nuttig?

Slide 2 - Open question

Betekenisverhoudingen
Hyperoniem
Hyponiem

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Hyponiem
Hyperoniem

Een dier is een hyperoniem 
van kat, hond en vogel.
Een kleur is een hyperoniem 
van geel, rood en blauw.
Een stoel is een hyponiem van meubels. 
Een tulp is een hyponiem van bloem.
tegenovergestelde

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Welk woord hoort er niet bij?
A
sla
B
groenten
C
bonen
D
bloemkool

Slide 7 - Quiz

Welk woord hoort er niet bij?
A
pop
B
bal
C
blokken
D
speelgoed

Slide 8 - Quiz

Welk woord hoort er niet bij?
A
muziek
B
schilderen
C
dans
D
kunst

Slide 9 - Quiz

Betekenisverhoudingen
Synoniem
Antoniem
Homoniem
Homofoon
Homograaf

Slide 10 - Slide

Welke betekenisverhouding kan je koppelen aan het volgende woord?
wij
A
Homoniem
B
Homofoon
C
Homograaf

Slide 11 - Quiz

Welke betekenisverhouding kan je koppelen aan het volgende woord?
lokaal
A
Homoniem
B
Homofoon
C
Homograaf

Slide 12 - Quiz

Welke betekenisverhouding kan je koppelen aan het volgende woord?
monster
A
Homoniem
B
Homofoon
C
Homograaf

Slide 13 - Quiz

Welke betekenisverhouding kan je koppelen aan het volgende woord?
massagebed
A
Homoniem
B
Homofoon
C
Homograaf

Slide 14 - Quiz

Welke betekenisverhouding kan je koppelen aan de volgende zin?
Wie wast Maria?
A
Homoniem
B
Homofoon
C
Homograaf

Slide 15 - Quiz