2021_week49_1mh_Stamboom, schrijfopdrachtvideo

1 / 15
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Du hast 3 min für:


Je hebt 3 min om: 
  • te gaan zitten
  • jas uit
  • oortjes uit
  • mobiel in je tas
  • laptop gesloten op tafel
  • boek/schrift/pen op tafel
timer
3:00

Slide 3 - Slide

Was machen wir heute?

  • Wörter schreiben und abfragen
  • Dubbelcheck stamboom


  • Was möchtest du erzählen über deine Familie?
  • Selbständug arbeiten
  • Video
  • Abschluss/Rad drehen

Slide 4 - Slide

Am Ende der Stunde........
heb je een idee wat je wilt schrijven over je familie.

Slide 5 - Slide

Wörter schreiben und abfragen
  • de broer
  • de grootvader
  • de tante
  • de oom
  • de grootmoeder
  • de zus
  • de moeder
  • de vader
  • de neef
  • de nicht
  • het meisje
  • het eiland
  • de luchthaven
  • de week
  • zonder
  • doen


  • der Bruder
  • der Großvater
  • die Tante
  • der Onkel
  • die Großmutter
  • die Schwester
  • die Mutter
  • der Vater

  • der Cousin
  • die Cousine
  • das Mädchen
  • die Insel
  • der Flughafen
  • die Woche
  • ohne 
  • machen

timer
4:00

Slide 6 - Slide

Schrijfopdracht + stamboom
  1. Je maakt een stamboom van je familie. Hier krijg je een cijfer voor.
  2. Met behulp van deze stamboom maak je een schrijfopdracht over je familie waar je ook een cijfer voor krijgt.

Slide 7 - Slide

Dubbelcheck stamboom
der Vater, Onkel, Großvater, Cousin, Bruder
mein Vater, Onkel, Großvater, Cousin, Bruder

die Mutter, Tante, Großmutter, Cousine, Schwester
meine Mutter, Tante, Großmutter, Cousine, Schwester
  • Let op de hoofdletters van zelfstandige naamwoorden!
  • Bij vrouwelijke woorden en meervoud komt er een -e achter mein (meine).

Slide 8 - Slide

Was möchtest du erzählen?

Slide 9 - Slide

An der Arbeit
  • Maken: Eventueel stamboom nog aanpassen en rechtboven op tafel leggen. Ik haal hem op.
Oefen alvast met het maken van de schrijfopdracht. Vertel iets over jezelf en over je
familie. Bijvoorbeeld hoe oud jij en je familieleden zijn, waar je woont, hoe jij en je 
familieleden heten, welke eigenschappen ze hebben. Schrijf het eerst op in het 
Nederlands en daarna vertaal je het in het Duits.
  • Hulp
Wörter en redemittel op bladzijde 43, 44, 45
De tekst meine Familie op bladzijde 25

  • zelfstandig


    • Klaar: Schrijf de getallen 1-20 in het Duits. Spieken op bladzijde 20.
    timer
    10:00
    timer
    5:00

    Slide 10 - Slide

    Slide 11 - Video

    Hausaufgaben
    Leren: woordjes Lektion 3 + 4
    op bladzijde 43/44

    Slide 12 - Slide

    Abschluss
    Niet inpakken - luisteren
    • na startsignaal: inpakken
    • wel blijven zitten - stil
    • dan sluit ik de les af!
    • dan: klaar :)
    timer
    1:00

    Slide 13 - Slide

    In 3 min geschafft?




    Punkt für die Klasse!
    In 3 min nicht geschafft?
    Punkt für Dozent
    Nach 3 Stunden:
    Die Klasse hat die meisten Punkte?

    Slide 14 - Slide

    Slide 15 - Slide