Week 19 - voorbereiden boekenparade

Week 19/20: voorbereiden boekenparade
Leerdoelen: 
  • Ik kan een beschrijving geven van één van de hoofdpersonages uit mijn gekozen boek. 
  • Ik kan het thema van het gekozen boek benoemen. 
  • Ik kan zelf een beargumenteerd oordeel geven over de gebeurtenissen, opbouw en taalgebruik in het boek.  


1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Week 19/20: voorbereiden boekenparade
Leerdoelen: 
  • Ik kan een beschrijving geven van één van de hoofdpersonages uit mijn gekozen boek. 
  • Ik kan het thema van het gekozen boek benoemen. 
  • Ik kan zelf een beargumenteerd oordeel geven over de gebeurtenissen, opbouw en taalgebruik in het boek.  


Slide 1 - Slide

Maak één zin met een van de woorden uit de afbeelding hiernaast.

Slide 2 - Open question

Maak één zin met een van de woorden uit de afbeelding hiernaast.

Slide 3 - Open question

BOEKENPARADE

Slide 4 - Slide

De opdracht: 
Tijdens de boekenparade presenteren jullie in duo's twee boeken die jullie dit jaar gelezen hebben. Je kiest hiervoor allebei één boek uit. 

Jullie presentatie wordt ondersteunt door een poster. 

Slide 5 - Slide

De poster 
Op de poster zien we de volgende onderdelen terug:

  • Titel
  • Hoofdpersonage
  • Thema
  • Gebeurtenissen
  • Opbouw
  • Taalgebruik





Slide 6 - Slide

De presentatie: 

Slide 7 - Slide

Tip: 
Bedenk een pakkende titel waarmee je al een beetje verklapt wat jullie van de boeken vinden. 

Slide 8 - Slide

Personage 
  • Vond je de personages in het verhaal geloofwaardig en goed beschreven?
  • Kon je je goed inleven in de hoofdpersoon?
  • Herkende je bepaalde gedachten, emoties of gedrag?
  • Vond je bepaalde personen sympathiek of minder sympathiek?  


Slide 9 - Slide

Thema 

  • Probeer de titel van het boek te verklaren (de titel is soms een directe verwijzing naar het thema).
  • Welke thema’s herken je in jouw boek? Noem er drie.
  • Wat is het hoofdthema van jouw boek? 


Slide 10 - Slide

Een beoordeling geven

A) Gebeurtenissen
  • Kwamen de gebeurtenissen realistisch op je over?
  • Heb je zelf zoiets meegemaakt of ken je anderen die iets dergelijks hebben meegemaakt?
  • Heeft het boek je aan het denken gezet?

 












Slide 11 - Slide

Een beoordeling geven
B) Opbouw

  • Wat vond je van de opbouw van het verhaal?
  • Was het verhaal lastig te lezen of niet?
  • Vond je het verhaal spannend?
  • Wat vond je van het einde?  



Slide 12 - Slide

Een beoordeling geven
C) Taalgebruik
  • Vond je het taalgebruik moeilijk of gemakkelijk; leuk, mooi of grappig?
  • Was het taalgebruik beeldend: kon je voor je zien wat de schrijver bedoelde?
  • Wat vond je van de gesprekken of beschrijvingen?  


Slide 13 - Slide

SUCCES! 
C) Taalgebruik
  • Vond je het taalgebruik moeilijk of gemakkelijk; leuk, mooi of grappig?
  • Was het taalgebruik beeldend: kon je voor je zien wat de schrijver bedoelde?
  • Wat vond je van de gesprekken of beschrijvingen?  

Slide 14 - Slide